Van Willemstad tot Wereldkampioenschap
WILLEMSTAD – Bink Doderer, een ambitieuze en sportieve student aan de Hogeschool Utrecht, neemt ons mee op een reis van Willemstad tot Wereldkampioenschap. Zijn passie voor sportjournalistiek schijnt door in dit meeslepende artikel over de unieke kansen van Curaçao in het WK-kwalificatietraject voor 2026.
door Bink Doderer
Deelnemen aan een wereldkampioenschap voetbal is voor sommige landen een formaliteit. Voor andere landen is het een droom die nog uit moet komen. Wat nou als de kans plots een stuk groter wordt om je als land voor het eerst ooit te plaatsen voor zo’n toernooi?
Dat zit zo:
Het WK voetbal wordt in 2026 georganiseerd in de Verenigde Staten, Canada en Mexico. Landen die een eindtoernooi organiseren zijn automatisch geplaatst en hoeven dus niet deel te nemen aan de kwalificatie. Toevallig zijn dit de drie landen binnen de CONCACAF (Noord-Amerikaanse voetbalbond) die zich normaal gesproken het makkelijkst plaatsen voor WK’s. Het zorgt er dus voor andere landen voor dat de drie grootste concurrenten wegvallen. En laat dat nou ook gunstig zijn voor Curaçao.
HISTORIE
Sinds 2011 speelt Curaçao als zelfstandig land mee in kwalificatierondes voor WK’s. Voor die tijd stond het team garant voor alle eilanden die onder de Nederlandse Antillen vielen, maar speelde het wel onder de naam van Curaçao. Het is hen sinds 2011 nooit gelukt om zich voor het WK te plaatsen, terwijl er in die tijd drie wereldkampioenschappen hebben plaatsgevonden. Nu kan dat dus anders zijn.
Pogingen om een serieus team neer te zetten zijn er wel gedaan. Dat is met name te merken in de coaches die zich aan Curaçao verbonden. Zo is voormalig Nederlands international Patrick Kluivert in 2015-2016 bondscoach geweest en heeft ervaren trainer Guus Hiddink zich er ook aan gewaagd. WK-wise is dat nooit een succes geworden. Heden ten dage zit de situatie ietwat anders in elkaar. Curaçao heeft Dick Advocaat in januari 2024 aangesteld als bondscoach. De Hagenaar heeft veel ervaring in het vak en is vanaf zijn eerste persconferentie duidelijk: ‘het WK is haalbaar”. Maar hoe moet hij dat gaat doen?
‘Het WK is haalbaar’ Dick Advocaat
Curaçao heeft een koloniaal verleden. Zo’n honderdvijftigduizend mensen uit Curaçao wonen in Nederland. Dat is ongeveer evenveel als er op het eiland zelf wonen. Veel spelers van het nationale elftal van Curaçao spelen dan ook in Nederland. Dat zorgt voor de Nederlandse voetbalfans voor herkenning. Sjors Blaauw heeft de laatste wedstrijden van Curaçao van commentaar voorzien. Wat zijn de verschillen met het voetbal dat wij in Nederland kennen? Hoe is het niveau? Wat voor spelers zijn er nog nodig bij Curaçao en hoe is het om die wedstrijden te becommentariëren?
SPELERS
Zoals je Sjors Blaauw al hoort zeggen, spelen er een hoop spelers uit de Nederlandse competities bij het nationale team van Curaçao. In de afgelopen zes selecties was steeds rond de vijftig procent van de selectie afkomstig van een Nederlandse club.
Met het oog op de spelers die Dick Advocaat ook nog eens zou willen toevoegen aan de huidige selectie zou je wellicht kunnen zeggen dat het nationale elftal van Curaçao die Nederlandse competities nodig heeft om het WK te kunnen behalen.
Veel van de spelers uit de huidige selectie zijn nog afkomstig van de wat lager geklasseerde ploegen uit de Eredivisie of Keuken Kampioen Divisie. Blaauw wist ook te vertellen dat Curaçao bezig lijkt met het binnenhalen van spelers uit een wat hogere categorie. Dat is ook zo. Dick Advocaat is sinds zijn aanstelling flink aan het lobbyen bij spelers die bij topclubs in Nederland of zelfs in een buitenlandse topcompetitie spelen.
De namen van Justin Kluivert (Bournemouth), Tahith Chong (Luton Town), Riechedly Bazoer (AZ), Armando Obispo (PSV), Shurandy Sambo (PSV) en Sontje Hansen (NEC) gaan momenteel rond. Dit zijn spelers van Nederlandse (sub)topteams en Chong en Kluivert spelen zelfs in de Engelse Premier League. Vooralsnog valt het de ervaren trainer tegen hoe groot het animo is. Sommige spelers reageren niet eens op het bericht met de vraag of zij willen uitkomen voor Curaçao. En dan is er nog een groot struikelblok. Dat is het Nederlands Elftal.
ORANJE STRUIKELBLOK
‘Ze gaan zonder uitzondering allemaal voor het Nederlands Elftal. Zolang ze daar een kans in zien is het een no go voor Curaçao’, zegt Dick Drayer. Drayer is al geruime tijd correspondent voor Nederlandse nieuwsmedia in Curaçao en zit onder andere ook goed op het voetbal. ‘Het Nederlands elftal blijft nog steeds het hoogste wat je kan halen en daar ga je voor, maar een aantal spelers hebben nu wel door dat de eer van het Nederlands elftal niet te halen valt.’ Dat is ook waar Advocaat op mikt. Hij zou sommige spelers hebben verteld dat hij de kans niet groot acht dat ze nog voor Nederland in actie zullen komen en dat het voor hen de ultieme mogelijkheid kan zijn om naar een WK te gaan met Curaçao.
Mag je dan zomaar kiezen tussen landen? Nee. Als we Justin Kluivert als voorbeeld nemen, zien we dat hij twee keer heeft deelgenomen aan een oefenwedstrijd voor het Nederlands Elftal. De regel was voorheen dat wanneer een speler ook maar een seconde zou hebben gespeeld voor een nationale ploeg, hij nooit meer kon wisselen. Kluivert heeft na die twee interlands in 2018 nooit meer een oproep gehad. Dat zou betekenen dat hij daarom niet meer mag wisselen. Tegenwoordig mag dat wel. De regels zijn als volgt:
- De speler had de nationaliteit van zijn nieuwe land al toen hij zijn eerste wedstrijd voor zijn oude land mocht spelen.
- De speler heeft niet meer dan drie officiële wedstrijden gespeeld voor zijn voormalige land vóór zijn 21e. Oefenwedstrijden tellen niet mee.
- De speler heeft niet gespeeld op een eindtoernooi.
- Het is minstens drie jaar geleden dat de speler voor zijn oude land uitkwam.
In het geval van Kluivert is hem de ultieme escape aangeboden. Hij komt in aanmerking voor al bovenstaande punten. Echter wil hij toch nog wachten op zijn kansen in het Nederlands Elftal.
‘Zonder die Nederlandse spelers gaat het hem niet worden’, doelt Drayer op kwalificatie voor het WK. Dan lijkt de oplossing misschien simpel. Waarom leiden ze op Curaçao niet zelf talenten op? Dat gebeurt wel, maar ‘goede spelers vertrekken van Curaçao naar het buitenland. Net zoals in Nederland spelers ook naar het buitenland vertrekken. Ik ken een aantal scouts, die zien meteen dat er talent zit op Curaçao. Die leggen ze zo snel mogelijk vast. Tussen Curaçao en Nederland vliegen 25 Boeings in een week heen en weer en de helft van Curaçao woont in Nederland. De hobbel om als talent te vertrekken naar Nederland is heel laag.’
Daarnaast is Nederland nog altijd heel groot voor Curaçao. ‘Als Nederland niest, is Curaçao verkouden. Als Curaçao successen boekt spreekt dat de jeugd misschien aan, maar spelers willen toch graag bij de absolute top horen en dat is Nederland. Ook tijdens WK’s zijn de mensen hier veelal fan van Nederland. Dus voor spelers van Curaçao is het Nederlands elftal het hoogst haalbare. Curaçaoënaars hebben ook een Nederlands paspoort, waardoor je altijd voor Oranje uit kan komen.’ Joshua Brenet is één van de spelers waar Curaçao op hoopte. De verdediger heeft een verleden bij PSV en FC Twente en heeft recentelijk besloten zijn kans te willen pakken bij Curaçao, terwijl hij al twee interlands voor Oranje heeft gespeeld. Dit zijn de spelers waar Curaçao op hoopt.
Ondanks dat veel spelers wat ouder zijn en voor zichzelf hebben bedacht dat ze het nooit meer zullen schoppen tot het Nederlands Elftal, komen er weldegelijk jonge spelers bij de selectie van Curaçao. ‘Ik denk dat jonge spelers die er nu bij zitten enkel flirten met Curacao, of ze moeten nu al weten dat Nederland niet haalbaar is. Ik ben ervan overtuigd dat als de regel niet zou bestaan dat er nog gewisseld mag worden, jonge spelers ook niet meer flirten.’
UITZONDERING
Er zijn echter uitzonderingen. Eén daarvan is Spartaspeler Rayviën Rosario: ‘ik heb eigenlijk al van jongs af aan voor Curaçao willen spelen.’ Rosario is slechts 20 jaar oud, maar zijn keuze voor Curaçao is duidelijk. Hij heeft er zelf voor gezorgd dat hij in beeld kwam. ‘Ik kreeg best wel vaak de vraag of ik niet wilde spelen voor Curaçao. Voor mij was het al best vroeg duidelijk dat ik dat wel wilde. Toen kwam er iemand naar me toe met de vraag of hij een interview met mij mocht doen. Daarmee zouden we de interesse van Curaçao kunnen wekken. Ik heb dat interview gedaan en gezegd dat ik best wel graag voor Curaçao wilde uitkomen.
Daarna is het snel gegaan. Een week later werd ik geappt door de bond of ik voor Curaçao wilde spelen.’ Het Nederlands elftal speelde naar eigen zeggen dus eigenlijk geen rol in de keuze van Rosario. Het gevoel werd alleen maar groter toen hij in maart voor het eerst bij de selectie zat. ‘Toen ik er voor het eerst bij zat had ik alleen maar meer het gevoel dat ik er vaker bij wilde zijn. Dat gevoel overheerste. Ik ben alleen maar meer gemotiveerd om er weer bij te zijn.’
Naast Curaçao zijn er natuurlijk meerdere landen die hun kansen groter zien worden. Zo maakt Rosario weleens een dolletje met Djevencio van der Kust, teamgenoot bij Sparta en international van Suriname. ‘Iedere dag. Er worden sowieso vaak grapjes gemaakt tussen Antilianen en Surinamers. We doen gewoon een beetje lollig. We zeggen ook vaak “Wij gaan winnen als we tegen jullie spelen”, haha. Het zou wat zijn als we het allebei gaan halen.’
‘Ik heb eigenlijk al van jongs af aan
voor Curaçao willen spelen.’ Rayviën Rosario
Terugkijkend op de stelling ‘het nationale elftal van Curaçao heeft de Nederlandse competities nodig heeft om het WK te kunnen behalen’, zou je kunnen concluderen dat dat zo is. De huidige selectie bestaat grotendeels uit spelers die in Nederland spelen en het kaliber waar ze naar op zoek zijn speelt onder andere in de Nederlandse top. Daarnaast hebben bijna alle spelers hun opleiding gehad in Nederland. Het ligt volgens Dick Drayer toch net wat anders.
‘Curaçao heeft het Nederlands voetbal niet per se nodig. De talenten zijn er namelijk. Alleen die talenten moeten ontwikkeld worden. Dat gebeurt voor het grootste gedeelte op Nederlandse bodem. Waar het om gaat is dat de Curaçaose spelers met talent binnen een professionele omgeving hun opleiding moeten krijgen. Het is niet zo dat het Nederlandse voetbal daar primair voor nodig is, maar dat het Curaçaose talent een voedingsbodem krijgt die professioneel is. Waarom rent Churandy Martina voor Nederland in de atletiek? Omdat de professionele sportcultuur op Curaçao niet bestaat.’
Hij haalt Tahith Chong al voorbeeld aan, die al op zestienjarige leeftijd naar Manchester United vertrok. Hij heeft een groot deel van zijn opleiding in Engeland beleefd. Feit blijft dat Chong voor die tijd bij Feyenoord in de jeugd speelde.
Er valt dus van twee kanten iets te zeggen, maar dat het Curaçaose voetbal haar voordeel haalt uit de Nederlandse opleiding van spelers, is dus ook niet helemaal te ontkennen. Al is het maar omdat de topsportcultuur groter is dan op de Cariben. Het zou voor het eiland mooi zijn als uitzondering als Rayviën Rosario zich blijven aandienen en straks toch nog de namen van Kluivert en Chong op het Curaçaose shirt te bewonderen zijn op het WK. De eerste twee wedstrijden in de kwalificatiepoule zijn in ieder geval gewonnen. Barbados en Bonaire zijn verslagen en de weg van Willemstad naar het Wereldkampioenschap kan worden ingezet.
Dataverantwoording: De data is samengesteld door Bink Doderer zelf. Hij heeft gekeken naar de afgelopen zes selecties van het nationale team van Curaçao en via transfermarkt.nl waar de spelers op dat moment speelden. Transfermarkt.nl houdt data bij van iedere voetbalspeler en club. Het is een grote databank die veel wordt gebruikt door traditionele voetbalmedia. Bink wil voor de lezer duidelijk maken dat een groot deel van de selectie op het moment van selecteren uit Nederlandse competities afkomstig is. Omdat dat in bijna alle gevallen rond de vijftig procent is (soms zelfs hoger), kan hij daarmee aantonen dat de Nederlandse competities flink vertegenwoordigd zijn.