Nieuws Curaçao

Centrale Bank: meerjarenplan van cruciaal belang voor herstel begrotingsevenwicht

Centrale Bank: meerjarenplan van cruciaal belang voor herstel begrotingsevenwicht
President CBCS, Richard Doornbosch | Foto: Dick Drayer

Curaçao en Sint-Maarten hebben een meerjarenplan voor herstel van het begrotingsevenwicht nodig om de openbare financiën op orde te krijgen. Dat zegt P resident van de Centrale Bank, Richard Doornbosch, bij de presentatie van het jaarverslag van CBCS.


Zoals in de meeste landen in de wereld, zijn de overheidsfinanciën in Curaçao en Sint Maarten in 2020 als gevolg van de COVID-19-pandemie aanzienlijk verslechterd. Beide landen zagen het tekort op de lopende begroting aanzienlijk toenemen ten opzichte van 2019. Dat kwam als gevolg van een daling van de overheidsontvangsten en een stijging van de uitgaven. Ook is de schuldquote in beide landen fors gestegen.

Schuldquote

“In 2020 liepen de belastinginkomsten sterk terug, terwijl de cyclische uitgaven, zoals werkloosheidsuitkeringen, stegen als gevolg van de aanzienlijke krimp van de economische activiteit. Tegelijkertijd hebben beide landen discretionaire maatregelen genomen, waaronder een loonsubsidie en andere sociale overdrachten aan groepen die te midden van de coronacrisis kwetsbaar zijn,” legt Doornbosch uit.

“De stijging van de uitgaven op Curaçao weerspiegelde ook de overdrachten van de regering in verband met de overname van de preferente vorderingen van de CBCS op de Girobank N.V. Eind 2020 bedroeg het lopende begrotingstekort in Curaçao 14,0% van het bbp en in Sint Maarten 10,9%.”

Doornbosch voegt hieraan toe dat de schuldquote in 2020 snel is gestegen als gevolg van een sterke toename van de overheidsschuld, voornamelijk door de liquiditeitssteun die de twee landen van Nederland hebben ontvangen, en de sterke krimp van het nominale bruto nationaal product.

Economisch herstel

Naar verwachting zullen de economieën van Curaçao en Sint Maarten pas in 2024 het niveau van vóór de pandemie bereiken en zullen de begrotingstekorten op middellange termijn nog hoog blijven, zodat aanvullende liquiditeitssteun van Nederland onontbeerlijk zal zijn. Voor de schuldhoudbaarheid brengt dit echter risico’s met zich mee.

“Tegen deze achtergrond is begrotingsconsolidatie voor beide landen van cruciaal belang om de openbare financiën op orde te krijgen,” gaat Doornbosch verder. De weg naar gezonde overheidsfinanciën moet echter zorgvuldig worden uitgestippeld om te voorkomen dat begrotingsmaatregelen, vooral wanneer die procyclisch van aard zijn, het economisch herstel belemmeren. Bij de aannames moet buitensporig optimisme worden vermeden.

“De landen zouden derhalve een plan moeten opstellen om in een periode van circa vier jaar begrotingsevenwicht te
bereiken. Als anker voor de lange termijn zou het plan een meerjarige begroting moeten omvatten met operationele doelstellingen ten aanzien van het lopende begrotingssaldo, het primaire saldo en de schuldquote. Voorts moet het beheer van de overheidsfinanciën worden versterkt en zijn er belastinghervormingen nodig om de belastinggrondslag te verbreden, zodat de inkomsten op de minst groeiverstorende wijze kunnen worden gegenereerd,” aldus Doornbosch.

Succesfactoren

Nederland heeft extra liquiditeitssteun aan Curaçao en Sint Maarten gebonden aan strenge voorwaarden inzake de uitvoering van structurele hervormingen en begrotingsconsolidatie. Het overeengekomen structurele aanpassingsprogramma (de landspakketten) behoort beide landen ten goede te komen, door verbetering van het concurrentievermogen, bevordering van duurzame en inclusieve economische groei en versterking van de veerkracht.

Volgens Doornbosch, leert de decennialange ervaring met structurele aanpassingsprogramma’s van het Internationaal Monetair Fonds dat er minstens drie kritische succesfactoren zijn waarmee rekening moet worden gehouden bij het opzetten en uitvoeren van een hervormingsprogramma.

“Ten eerste zal het programma alleen slagen als de regeringen van zowel Curaçao als Sint Maarten zich er sterk bij betrokken voelen. Ten tweede moeten, bij het ontwerpen van het begrotingskader van het programma, al te optimistische macro-economische aannames worden vermeden. In het geval van de landspakketten van Curaçao en Sint-Maarten ontbreekt een meerjarig begrotingskader en dat moet zo spoedig mogelijk worden opgesteld. En als laatste, moet ook rekening worden gehouden met de capaciteitsbeperkingen van beide landen bij de vaststelling van de termijnen voor het realiseren van de overeengekomen acties en doelstellingen,” stelt Doornbosch.

Hij benadrukt het belang van het stellen van prioriteiten bij het opstellen van programmadoelstellingen en -voorwaarden. Een constructieve dialoog en samenwerking tussen de partners van het Koninkrijk bieden de meest effectieve aanpak om de COVID-19-crisis te boven te komen en een duurzaam en inclusief groeipad voor Curaçao en Sint Maarten in te slaan, aldus Doornbosch.


Deel dit artikel