Opinie

Commentaar: ‘Positieve’ discriminatie?

Op Curaçao maar ook daarbuiten is de nodige ophef ontstaan over twee ministers die zich bezondigd zouden hebben aan het discrimineren van een kandidaat van Nederlandse komaf, respectievelijk een Nederlandse kandidaat.

Beide ministers, waarvan één nog in functie (Charles Cooper, MFK) en een ander behorende tot het vorige kabinet (Suzy Römer, PIN) wassen hun handen in onschuld. Aan het gedrag van beide ministers hangt een stevig prijskaartje: Bij Cooper gaat het vooral om imago- en reputatieschade voor Curaçao. Bij de uitglijder van Römer wordt het land nu nog een paar ton armer dan het al was.

Vooral Cooper -en hen die hem in deze willen verdedigen- lijkt zich te willen verschuilen achter het argument dat het verdedigbaar is als ‘eigen’ mensen worden voorgetrokken boven hen die er anders uitzien (in dit geval ‘wit’), of die van elders afkomstig zijn (Nederland).

Op zich moet niet te licht of te snel worden geoordeeld over de insteek van de minister(s). Op Curaçao, maar ook in andere (voormalige) koloniën, heeft men lang moeten vechten voor het besef dat lokale -en dan met name mensen met een donkere huidskleur- net zo goed en soms zelfs beter gekwalificeerd zijn als iemand met een witte huidskleur. Vooral eind jaren zestig van de vorige eeuw een nobel doel, waarvoor velen ook op Curaçao hebben gestreden.

Uit de jaren 1960 en daarna, dateert ook het begrip van de ‘affirmative action’, vrij vertaald met positieve discriminatie. Het centrale idee hierbij is dat mensen, behorend tot een minderheid in een samenleving, bij bepaalde zaken -waaronder selectieprocedures- voorkeur genieten boven hen die tot de meerderheid behoren. Een zaak die, ook in het Nederland van vandaag, nog heel actueel is. Zo wijst ook recent onderzoek nog uit dat in Nederland uitstekend gekwalificeerde kandidaten met een Turkse of Marrokaanse achternaam, nog maar al te vaak direct terzijde worden geschoven.

De vraag die zich voordoet is of ‘positieve discriminatie’ nog als argument kan worden gebruikt anno 2021 op een eiland waar niet de donkere medemens, doch mensen met een witte huidskleur in de minderheid zijn. Niet alleen als het gaat om de getalsmatige verhouding, maar ook als het gaat om bijvoorbeeld de samenstelling van de regering of de toonaangevende maatschappelijke organisaties.

Een andere vraag die zich voordoet, is wanneer iemand mag worden beschouwd als ‘lokaal’ versus ‘niet-lokaal’. Dit raakt de eeuwenoude, doch nog steeds niet beslechte discussie op de eilanden hoe de ‘Yu di Kòrsou’ nou eigenlijk moet worden gedefinieerd. Is iemand die al 25 jaar op het eiland woont, daar gehuwd is en vader of moeder is van kinderen die op het eiland zijn geboren, daar naar school gaan en Papiamentu spreken inmiddels ‘lokaal’ of nog steeds een ‘buitenstaander’?

Als iemand die zich beroepsmatig bezighoudt met werving & selectie kan ik op zich prima billijken dat werkgevers op de eilanden eisen dat mensen de lokale taal machtig zijn. En dat zij op andere manieren hebben laten zien een onderdeel te vormen van de lokale samenleving. ‘Geïntegreerd zijn in de lokale samenleving’, zoals dat zo mooi heet.

Heel verhelderend in dit soort discussies, over wat toelaatbaar is of niet, vind ik het omdraaien van de zaak. Zouden wij het verdedigbaar vinden als een Antilliaan of Arubaan in Nederland wordt afgewezen in een selectieprocedure met het enkele argument dat er ook goede gekwalificeerde (blanke) Nederlanders bestaan? Natuurlijk niet!

Discriminatie, zeker op grond van huidskleur, maar ook op grond van religie, ras en seksuele voorkeur (om er maar een paar te noemen) is altijd verwerpelijk. Mensen kiezen er doorgaans niet voor om te behoren tot een minderheid. Zij behoren daar nou eenmaal toe door hun geboorteplaats, etniciteit, bepaalde aangeboren kenmerken of door hun opvoeding.

Maar mijn belangrijkste punt is dit: Positieve discriminatie is alléén positief -en dus verdedigbaar- als het gaat om het waarborgen van gelijke kansen van een minderheid, of wanneer het gaat om onevenredige ondervertegenwoordiging van bepaalde groepen in maatschappelijke instituten. En niet wanneer het gaat om een minderheid, die wordt overgeslagen ten faveure van ‘het eigen volk’. Dát is immers is hetzelfde gedachtengoed van partijen als de PVV en Forum voor Democratie, waarvan wij met zijn allen collectief gruwelen.

Maar als dat gedachtengoed dáár fout is, dan is het dat hier te lande ook!

Deel dit artikel