De Curaçaose ochtendkranten van vrijdag 12 april 2024
Antilliaans Dagblad: Van Marichi tot Pietermaai
Cooper: Kustversterking noodzakelijk om panden te beschermen
Als het aan VVRP-minister Charles Cooper (MFK) ligt, wordt er van Marichi tot aan het in aanbouw zijnde hotel ‘The Pyrmont’ (ook bekend als het Pen Resort) een strook land van 15 à 20 meter breed aangewonnen. Primair zal dit dienen als kustversterking, maar tevens moet er op dit nieuwe stukje Curaçao een boulevard worden aangelegd van in totaal zo’n 700 meter.
In gesprek met het Antilliaans Dagblad legt Cooper uit welk probleem hieraan ten grondslag ligt: “Een toenemend aantal panden, die direct gelegen zijn aan de kust van Marichi tot en met Pietermaai, hebben te maken met zeewater dat steeds meer oprukt tot aan de bebouwing. Met als resultaat dat de fundering van die panden steeds verder ‘opgegeten’ wordt door het zoute zeewater, met alle risico’s van dien.”
Om een eind te maken aan het wassende water, en de problemen die dit veroorzaakt, kunnen vastgoedeigenaren langs deze kuststrook een vergunning aanvragen voor het – op eigen kosten – mogen realiseren van landaanwinning achter hun terrein.
Hoewel Cooper de betreffende eigenaren hiertoe wil aansporen, benadrukt hij wel dat – net als in andere situaties – de reguliere vergunningsprocedure doorlopen moet worden, inclusief de verplichting om onderzoeken uit te voeren, betreffende onder meer zeestromingen, golfslag en eventueel aanwezig koraal, en dat er ook zoals gebruikelijk een bezwaartermijn van kracht zal zijn.
De minister verwacht dat er veel animo zal zijn onder de pandeigenaren voor de realisatie van deze plannen. Van drie partijen weet hij al dat er een vergunningsaanvraag in voorbereiding is. Het betreft hier het te ontwikkelen boetiekhotel, op de voormalige locatie van de Vigilante en het advocatenkantoor Sulvaran & Peterson, en de panden van Fernando Da Costa Gomez en Tauber.
Cooper wijst erop dat de landaanwinningen eigendom blijven van het Land Curaçao, hoewel pandeigenaren het beheer krijgen. Het bouwen op deze aangewonnen landstroken is strikt verboden, al mag er wel recreatief meubilair geplaatst worden. De start van de bouw van de boulevard is afhankelijk van diverse factoren, waaronder de snelheid van de vergunningsprocedures en mogelijke bezwaren.
Als alles snel verloopt, denkt Cooper dat de eerste werkzaamheden wellicht begin 2025 kunnen starten.
Er valt nog veel af te dingen op de plannen van Cooper
Ten eerste is landaanwinning een ingrijpende ingreep in de natuurlijke dynamiek van kustgebieden. Het kan ernstige ecologische gevolgen hebben, zoals verstoring van mariene ecosystemen en koraalriffen, die van cruciaal belang zijn voor de biodiversiteit en de natuurlijke bescherming tegen stormen.
Daarnaast is het de vraag of dit plan niet slechts een tijdelijke oplossing biedt. Het aanpakken van de symptomen – de erosie van de kust – zonder de onderliggende oorzaken van het probleem, zoals klimaatverandering en zeespiegelstijging, aan te pakken, kan leiden tot voortdurende noodzaak voor verdere kostbare en ingrijpende maatregelen in de toekomst.
Verder worden vastgoedeigenaren aangespoord om op eigen kosten landaanwinning te realiseren, wat mogelijk leidt tot ongelijkheid, waarbij alleen de rijkere eigenaren zich dergelijke ingrepen kunnen veroorloven. Dit kan resulteren in een kustlijn die sporadisch is versterkt, wat weer andere problemen kan oproepen zoals inconsistenties in kustbescherming. Moet een project als deze niet door de overheid zelf ter hand worden genomen, of zijn er deelbelangen die de minister hier wil verdedigen in plaats van het algemeen belang
Kortom, terwijl de plannen van Minister Cooper gericht zijn op bescherming van de kust en de economische versterking door recreatie en toerisme, is het cruciaal dat deze plannen worden heroverwogen met een bredere blik op duurzaamheid, ecologische verantwoordelijkheid en sociale gelijkheid.
Hoewel illegale mensen niet bestaan, noemt Èxtra mensen zonder geldige verblijfspapieren nog steeds op deze manier. Het bericht gaat over de rigoureuze controle die gisterochtend werd uitgevoerd bij de fruitbarkjes in Punda.
Een multidisciplinair team bestaande uit functionarissen van de Economische Inspectie, Douane, politie en kustwacht hebben daar een aanzienlijke hoeveelheid producten in beslag genomen die niet op de lokale markt verkocht mogen worden. Tegelijkertijd werden er ook twee ongedocumenteerde mensen op de fruitboten aangetroffen, die onmiddellijk zijn gearresteerd en overgedragen aan de immigratiedienst. Deze Venezolaanse mannen waren niet met de boten meegekomen, maar verbleven al enkele jaren op Curaçao.
Een douanehond werd ingezet om te zoeken naar drugs en vuurwapens, maar er werd niets illegaals gevonden. De autoriteiten sloten de straat af voor de fruitboten, zodat de controle rustig kon plaatsvinden.
Ronny Cornelis van de Economische Inspectie legde uit dat er controles worden uitgevoerd op naleving van eerdere afspraken met de Venezolanen en vertegenwoordigers van Venezuela.
Na covid-19 werd een strikte lijn getrokken waar de boten oorspronkelijk mee moesten komen, namelijk fruit, groenten en vis. Maar dit seizoen liep het uit de hand. De boten brachten allerlei producten mee die oneerlijke concurrentie vormen met andere bedrijven in Curaçao.
Daarom was afgesproken wat zij aan de Sha Caprileskade mochten verkopen, zoals fruit, groenten en enkele andere producten zoals varkensoren, kokosolie, avocado-olie, annatto, komijn, kruidnagel, maisbladeren voor tamales, en touw voor tamales.
Maar tijdens de gerichte controle werden er hoeveelheden van andere producten gevonden die verboden waren te verkopen, zoals pompoenstroop; flessen honing (zonder enig label); tamarinde snoep; guave snoep; witte kaas; Chino El Tegrito (voor seksuele potentie); repen dulce de leche; pakken Soya; pakken Alpo chocolade. Al deze producten zijn in beslag genomen.
Gepensioneerden van Ennia hoeven zich geen zorgen meer te maken, aldus de Èxtra, omdat de regeringen van Curaçao, St. Maarten en de Centrale Bank voor de komende 50 jaar een fonds oprichten om hun pensioenen te garanderen. Er zal niets van hun pensioen verloren gaan. Dit werd gisteren vastgelegd toen de genoemde partijen een Resolutie ondertekenden.
De Èxtra schrijft meerdere artikelen over het akkoord, en ook het AD en Vigilante melden het Ennia akkoord:
President Richard Doornbosch van de Centrale Bank legde uit dat de oplossing bestaat uit een gezond deel van Ennia, Schade en Leven, dat tijdens de noodregeling is ontstaan, en overgaat naar een nieuwe Ennia. Dit kapitaal is volledig gezond. Een deel dat vóór de noodregeling bestond waar het probleem ontstond, gaat naar Ennia Caribe Leven.
Dit wordt gefinancierd door de regeringen van Curaçao en St. Maarten in combinatie met dividendbijdragen van de Centrale Bank elk jaar. Voor degenen die afhankelijk zijn van een polis die afhankelijk is van deze resolutiefondsen, wordt dit voor de volgende 50 jaar gefinancierd. Het geld komt van de regering van Curaçao die zich heeft gecommitteerd om jaarlijks 30 miljoen gulden te geven, St. Maarten 3,2 miljoen per jaar en de Centrale Bank zal jaarlijks 15 miljoen aan dividenden geven.
De rechtszaak tussen de Centrale bank en Hushang Ansary heeft nu geen invloed op hun pensioen.
Minister van Financiën, de heer Javier Silvania, zei dat het fonds van 30 miljoen komt uit de belastinginkomsten die de regering elk jaar van het volk van Curaçao ontvangt.
Dit fonds wordt elk jaar gebruikt voor reparaties, onderwijs, gezondheid maar ook voor de 25.000 verzekerden van Ennia Curaçao. Op St. Maarten zijn er slechts 5000 gepensioneerden die “benadeeld” zijn.
Premier Pisas zei dat als dit geld niet was vrijgemaakt, Curaçao veel problemen zou hebben gehad. De verloren inkomsten zouden hebben geleid tot een veel groter tekort. Het gevolg zou zijn dat er geld geleend moest worden en ook maatregelen genomen moesten worden.
Antilliaans Dagblad Commentaar: Schokkende bevindingen
In het redactionele commentaar van Mike Willemse in het Antilliaans Dagblad worden de “schokkende bevindingen” aangaande de bevoordeling van bepaalde belastingplichtigen door de Landsontvanger Alfonso Trona uitgelicht.
Willemse benadrukt dat deze bevindingen niet alleen wijzen op willekeur binnen de belastingdienst van Curaçao, maar dat het nog schokkender is dat er binnen de politiek niet adequaat wordt gehandeld tegen Trona, voornamelijk uit angst, omdat sommige politici zelf profiteren van voorkeursbehandelingen.
Deze kwestie heeft verrassend genoeg geen grote maatschappelijke verontwaardiging veroorzaakt. De pers, publieke opinieleiders, vakbonden noch het bedrijfsleven hebben significant gereageerd, en vanuit de Staten blijft het stil, wat de ernst van de situatie lijkt te onderstrepen.
“Dit alles staat sinds 25 maart op de voorpagina’s van de lokale dagbladen. Zónder maatschappelijke verontwaardiging, op een enkele ingezonden brief van een moedige burger na.”
De situatie werd pas serieus genomen nadat de Nederlandse staatssecretaris van Koninkrijksrelaties zich uitsprak over de misstanden, wat een storm van reacties veroorzaakte. Willemse stelt vast dat het betreurenswaardig is dat de situatie pas erkenning vindt na interventie van buitenaf en niet door de lokale autoriteiten zelf. Hij roept op tot verscherpt toezicht en controle binnen de belastingdienst:
“Het is te hopen dat de voltallige ministerraad nu is wakker geschud – óók de PNP- en MFK-bewindslieden die eerst tegen actie tegen Ontvanger Trona waren – en dat de 21 Statenleden eveneens de ernst inzien.”
De kern van Willemse’s kritiek is dat de politieke wil om deze misstanden aan te pakken ontbreekt, mogelijk omdat sommige politici persoonlijk voordeel halen uit de huidige situatie. Dit duidt op een diepgeworteld probleem van corruptie en belangenverstrengeling dat dringend moet worden aangepakt.