Jacinta Constancia roept Staten op tot actie SDKK
WILLEMSTAD – Jacinta Constancia, voormalig lid van de MFK-partij en recentelijk zelf gedetineerd, heeft de Staten van Curaçao een uitgebreide brief gestuurd waarin ze haar zorgen uit over de situatie in de gevangenis Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK). In haar 26 pagina’s tellende brief beschrijft Constancia de omstandigheden in de gevangenis als onmenselijk en trekt ze parallellen met hedendaagse vormen van slavernij.
Constancia verwijst in haar brief naar de excuses die premier Mark Rutte en koning Willem-Alexander hebben gemaakt voor het slavernijverleden. Ondanks deze excuses stelt Constancia dat gedetineerden in SDKK nog steeds worden behandeld op een manier die zij omschrijft als “moderne slavernij”. Ze uit kritiek op de onhygiënische, onveilige en onmenselijke omstandigheden waarin gevangenen dagelijks verkeren en dringt aan op onmiddellijke maatregelen om deze praktijken te beëindigen.
Volgens Constancia zijn deze misstanden niet alleen het gevolg van een gebrek aan kennis bij de gevangenisleiding en bewakers, maar ook van een tekortschietend overheidsbeleid, ontoereikende financiële middelen en het falen van de Staten om in te grijpen. Ze bekritiseert het gebruik van dwangarbeid onder slechte omstandigheden en wijst op situaties waarin gevangenen naakt moeten worden gefouilleerd voordat ze bepaalde werkzaamheden mogen verrichten.
In de brief benadrukt Constancia dat, hoewel het bieden van basisvoorzieningen zoals voedsel, water en medische zorg noodzakelijk is, dit niet voldoende is voor mensen die dagelijks te maken krijgen met vernedering en machtsmisbruik. Ze benadrukt dat het gevoel van veiligheid een fundamenteel mensenrecht is, en verwijst naar internationale rapporten die de gevangenis SDKK als onveilig en ongeschikt beschouwen.
Constancia legt de verantwoordelijkheid voor de huidige omstandigheden in de SDKK niet alleen bij de gevangenis zelf, maar ook bij de Staten. Ze begint haar brief met de oproep aan de volksvertegenwoordigers om hun verantwoordelijkheid te nemen, met de nadruk dat de detentieomstandigheden in SDKK al jarenlang onder de maat zijn.
Ze beschrijft verder hoe gevangenen zichzelf beschermen door hun celramen te bedekken met kleding en karton, en hoe de sfeer in de cellenblokken gewelddadig en gespannen is. Er is dringend behoefte aan renovaties en meer activiteiten voor de gevangenen, maar een chronisch gebrek aan personeel belemmert deze verbeteringen.
Hoewel Constancia erkent dat er enige vooruitgang is geboekt in de verbetering van de gevangenisomstandigheden, benadrukt ze dat deze inspanningen nog lang niet voldoende zijn. Ze roept de Staten en minister van Justitie, Shalten Hato (MFK), op om door te gaan met hervormingen en de noodzakelijke veranderingen binnen de SDKK door te voeren.