WILLEMSTAD – Terwijl Inter-Assure Verzekeringen haar 30-jarig jubileum viert, is er een duidelijke scheiding te zien tussen het succes van zijn bedrijf en de uitdagingen waarmee de samenleving te kampen heeft. Volgens directeur, CEO Justus van der Lubbe stagneert de ontwikkeling van de inwoners van Curaçao en moet de inzet van iedere burger en de politie gericht zijn op intellectuele vooruitgang.
Inter-Assure Verzekeringen onderscheidt zich naar eigen zeggen voornamelijk door haar toegewijde personeel. Voor deze verzekeringsmaatschappij betekent kwaliteit veel meer dan alleen deskundigheid. “Een positieve werkomgeving en waardering voor de medewerkers spelen een even belangrijke rol”. Aldus Van der Lubbe.
Het bedrijf streeft ernaar om klanten van hoge kwaliteit te bedienen, in plaats van te streven naar volume. De afgelopen drie decennia heeft deze kwaliteitsbenadering geleid tot gestage groei.
Achterkamer
Inter-Assure begon in 1993 vanuit een bescheiden achterkamer in het huis van Justus van der Lubbe. Dit gebeurde nadat hij eerder ervaring had opgedaan in het assurantiekantoor van zijn vader op St.-Maarten.
In 1991 verkocht die zijn kantoren in Amsterdam, Curaçao, Aruba en St.-Maarten. Met de opbrengst van de verkoop van zijn aandeel in het kantoor op St.-Maarten kocht Justus een huis aan de Mercuriusstraat op Curaçao, dat hij inrichtte als kantoor.
Ondanks de uitdagingen in de beginjaren slaagde Inter-Assure erin om agenturen van lokale en Nederlandse verzekeringsmaatschappijen te verwerven. In 2011 diende het bedrijf een aanvraag in bij de Centrale Bank om zowel als gevolmachtigd assurantiebemiddelaar als verzekeringsmaatschappij te mogen opereren.
Op basis van bijna 25 jaar ervaring werd de aanvraag goedgekeurd, en sinds 2012 is Inter-Assure actief als assurantiebemiddelaar en verzekeringsmaatschappij in het kantoorpand in Saliña dat ze samen met de Curaçaose architect prof. ir. Carlos Weeber hebben ontwikkeld. Per eind 2022 had het bedrijf een solvabiliteit van 304%.
Onomkeerbaar
Hoewel de huidige regering volgens Van der Lubbe openstaat voor initiatieven, moet er meer realisme zijn in sectoren waar niet genoeg arbeidskrachten zijn om het werk uit te voeren.
“De verwaarlozing van de ontwikkeling van de bewoners van Curaçao lijkt onomkeerbaar”, zegt de CEO. “Zo had een kritische samenleving nooit toegestaan dat de bejaardenzorg zou afglijden tot een vaak mensonterend niveau. En men had allang doorzien dat de gezondheidszorg weinig te maken heeft met zorg en dat men zelf zal moeten opdraaien voor het afbetalen van schulden voor een veel te duur ziekenhuisgebouw.”
“Net zo goed als de burger ook opdraait voor de herfinanciering van ENNIA. Maar het lijkt alsof men hier geen goed geïnformeerde burgers wil. Daarom mag het onderwijs doormodderen en jongeren afleveren die vaak geen talen beheersen waarmee ze zich breed kunnen informeren”, aldus Van der Lubbe.
Attitudes
De grote vraag voor de toekomst is volgens Van der Lubbe of Curaçao haar attitudes af willen schudden die buitensporige problemen veroorzaken.
Bijvoorbeeld, de dingen op hun beloop laten en de gevolgen daarvan afwentelen op de jongere generatie.
“En niet te vergeten de slachtofferrol waar men in kruipt om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen waar het uitkomt. Het alsmaar roepen dat het allemaal komt door wat ons in het verleden is aangedaan, lijkt een bewuste keuze. Want dan merkt niemand dat de overheid ons klein houdt en voelt niemand zich geroepen om zelf ergens de schouders onder te zetten.
Van der Lubbe stelt dat het verleden zonder meer moet worden vastgelegd en breed toegankelijk worden gemaakt. “Maar het is kwalijk om erachter te schuilen in plaats van samen de voorwaarden te scheppen om eruit te komen. Curaçao en haar bevolking zijn dat meer dan waard.”, aldus Van der Lubbe.