Na de afschaffing van de slavernij verliet bijna de helft van de mannen Curaçao
NIJMEGEN – Na de afschaffing van de slavernij in 1863 verliet bijna de helft van de mannen Curaçao, gedreven door economische nood en de wens het verleden achter zich te laten. Dit historische feit werpt nog steeds zijn schaduw over het eiland. Dat staat te lezen in het online magazine Vox van Radboud Universiteit in Nijmegen.
Komende week deelt antropoloog Rose Mary Allen haar inzichten hierover in een reeks colleges als de eerste Thinker in Residence bij de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen.
Geboren en getogen op Curaçao, keerde Allen na haar studie in Nijmegen en een promotie aan de Universiteit Utrecht terug naar haar geboorte-eiland om zich te verdiepen in de nasleep van het slavernijverleden. In haar onderzoek heeft ze vooral aandacht voor de mondelinge geschiedenis, die naast de schriftelijke bronnen een cruciale rol speelt in het begrijpen van de impact van de slavernij.
Uniek
“De slavernij op Curaçao was uniek omdat het eiland geen grote plantages kende, maar diende als doorvoerhaven voor slavenhandel. Na de afschaffing was het voor voormalige slaven moeilijk om land te verwerven, wat leidde tot een systeem waarbij ze verplicht waren onbetaald te werken voor een stuk land,” legt Allen uit.
De moeilijke economische omstandigheden en beperkte mogelijkheden op het eiland zorgden ervoor dat vele jonge mannen emigreerden naar de Dominicaanse Republiek en Cuba, waar ze opnieuw geconfronteerd werden met discriminatie. Deze migratie heeft diepgaande effecten gehad op de demografie en cultuur van Curaçao.
Echo
Het huidige Curaçao blijft reflecteren op dit beladen verleden. “De manier waarop wij kinderen opvoeden, de harde hand die soms gebruikt wordt, kan een echo zijn van het slavernijverleden,” stelt Allen. De recente excuses van premier Mark Rutte en de vergiffenis van de koning in 2022 hebben de discussie over slavernij weer op de voorgrond gebracht.
Allen diept haar bevindingen verder uit in drie gastcolleges. Deze sessies zijn gericht op de waarde van mondelinge overleveringen in het begrijpen van de slavernijgeschiedenis van de Nederlandse Cariben. Komende maandag en donderdag 18 april zijn de twee colleges die nog bezocht kunnen worden na inschrijving.