Nederland herdenkt 30 jaar bijlmerramp met Dramaserie
HILVERSUM – NPO1 eindigt vandaag de vijfdelige dramaserie Rampvlucht, over het grootste vliegtuigongeluk dat ooit in Nederland heeft plaatsgevonden: de Bijlmerramp in 1992.
Een Boeing 747-vrachtvliegtuig van El Al crashte toen in een flatgebouw in de Bijlmermeer, met als gevolg zeker 43 doden. Dat is komende week precies dertig jaar geleden.
KRO-NCRV, de omroep die de serie heeft laten maken, noemt Rampvlucht “een groots opgezette complotthriller over de ramp zelf én de vele vragen en mysterieuze gebeurtenissen die Nederland daarna in hun greep hielden”.
De slotaflevering is vandaag te zien, exact 30 jaar na de ramp.
Antillen
Trouw schreef vijf jaar terug een artikel over de Antilliaanse invalshoek van de ramp.
Waar waren de 178 Antilliaanse vermisten? Premier Liberia Peters hekelde het optreden van de Nederlandse overheid, maar politieman Peter Slort spoorde ze in vijf dagen op, zo staat te lezen.
De krant vervolgt: Commissaris Peter Slort is tegenwoordig portefeuillehouder Diversiteit bij de politie en staat vooral in de schijnwerpers als het gaat over het veelbesproken thema etnisch profileren, waarbij politiemensen burgers zouden aanhouden vanwege hun kleur. Maar 25 jaar geleden werkte Slort bij de Amsterdamse recherche aan de Elandsgracht. Het neerstorten van de El Al-Boeing op de Bijlmermeer leidde tot zijn grootste politieonderzoek ooit.
“Direct na de ramp is er in het toenmalige Bijlmer-sportcentrum een telefooncentrale ingericht waar familieleden en vrienden van mogelijke slachtoffers informatie konden opvragen”, vertelt Slort nu op het Haagse hoofdbureau. Dertig telefonistes van stadsdeel Zuid-Oost waren daar destijds 24 uur per dag aan het werk. Al die telefoontjes leverden tot schrik van de betrokkenen honderden vermistmeldingen op. De teller stopte pas bij 1588 vermisten.
Slorts chef Bernard Welten belde hem op met het dringende verzoek: ‘Peter, ga naar de Bijlmer en stel orde op zaken’. Slort reed naar Zuid-Oost, overzag de situatie, bekeek de formulieren waarmee gewerkt werd en bedankte alle telefonisten voor de bewezen diensten. “Die hadden zonder meer hard gewerkt, maar waren niet deskundig of goed geïnstrueerd. Daardoor was de lijst vervuild. Sommige namen kwamen wel zeventien keer voor. In één woord: chaos.”
Slort verving de telefonistes door rechercheurs. “Zij wisten hoe zij informatie uit de beller konden trekken zodat snel duidelijk werd of een vermiste zich daadwerkelijk in het rampgebied had opgehouden.” De rechercheurs zochten ook contact met postorderbedrijven en telefoonbedrijf KPN. De gemeentelijke basisadministratie was onbetrouwbaar, maar de commerciële bedrijven hadden hun adresgegevens wél op orde.
“De druk om die enorme aantallen terug te brengen tot reële proporties was enorm”, zegt Slort nu. “Als we werkelijk naar buiten hadden moeten brengen dat er meer dan 1500 vermisten waren, had je paniek in de tent. Maar het probleem was dat die eerste dagen, ondanks onze aanpak, het aantal vermisten alleen maar toenam.”
Korte nachten
In een adrenaline-rush bleven Slort en zijn mensen aan het werk, met nachten van slechts twee uur. Die chaos en druk werden alleen maar groter toen toenmalig premier Liberia Peters van de Nederlandse Antillen zich persoonlijk met het lot van de Antilliaanse slachtoffers ging bemoeien. Ze beklaagde zich bij toenmalig minister van justitie Hirsch Ballin dat de politie zo weinig oog had voor de Antilliaanse slachtoffers. Slort: “Op de dinsdag na de ramp rolde er een fax binnen van de Antilliaanse overheid met daarop 137 namen. “Er was op de Antillen het idee ontstaan dat wij niets met die meldingen deden, en dat moest zo snel mogelijk de wereld uit.” Slort kreeg weer een telefoontje van Welten, dit keer met de mededeling dat hij diezelfde middag naar Curaçao moest. Als hoge politieofficier moest hij zich onder het oog van de Antillianen met de vermistenlijst bezighouden – inmiddels 178 namen lang.
Met een Antilliaanse inspecteur aan zijn zijde en acht plaatselijke rechercheurs ging Slort aan de gang. “Sommigen vermisten op de Antilliaanse lijst stonden ook op de Amsterdamse lijst van vermisten, dus die konden al doorgestreept”, aldus Slort. “Het bleek dat de Bijlmerramp op de Antillen heel anders werd beleefd. Feitelijk raakte de Boeing 747 slecht één flatgebouw, maar in het Caribische gebied werd zo’n beetje iedereen vermist die in Zuid-Oost woonde. Er stond zelfs iemand op de lijst die in Lelystad woonde.”
Snel reduceren
Terwijl het team in Amsterdam de week na de ramp de lijst met 1588 vermisten snel wist te reduceren, lukte het Slort al binnen vijf dagen de Antilliaanse lijst tot nul terug te brengen. Eerlijk gezegd: de man uit Lelystad is nooit teruggevonden, maar die is geregistreerd als een onterechte melding. Op 22 oktober, twee en een halve week na de Bijlmerramp, waren er definitief 43 dodelijke slachtoffers en bleven er 5 vermisten over. Vastgesteld werd dat die geen relatie konden hebben met de Bijlmerramp. Slorts grootste klus ooit was geklaard.
In zo’n enorm rechercheonderzoek gaat ook wel eens wat mis. “Een rechercheur had een echtpaar uit de getroffen flat gemeld dat hun twee kinderen terecht waren. Snel daarna bleek dat dit niet juist was”, zegt Slort. “Ik ben met een wat oudere collega naar die mensen toegegaan. Ze hadden het al niet geloofd, want hun flat was totaal weggevaagd. Bij die ontmoeting kwam die ramp wel bij me binnen. Als ik aan de Bijlmerramp terugdenk, zie ik al die honderden namen op papier, maar denk ik vooral aan hén.”