Pensioenleeftijd moet omhoog om AOV te redden
WILLEMSTAD – De pensioenleeftijd moet worden verhoogd naar 67 jaar om de AOV-betalingen veilig te stellen. Dit is de belangrijkste boodschap van onderzoekers Koert van Buiren en Daniël van Vuuren, gepresenteerd in het parlement. Hun rapport over de sociale zekerheid en sociale voorzieningen van Curaçao benadrukt de urgentie van deze maatregel.
Als de pensioenleeftijd op 65 jaar blijft, is in 2050 een derde van de AOV-uitgaven niet gedekt, wat de situatie van de SVB zal verslechteren. Vanaf 2022/2023 bedragen de AOV-uitgaven 377 miljoen gulden, terwijl de premie-inkomsten 323 miljoen bedragen. Tegen 2050 stijgen de uitgaven tot 560 miljoen florin, terwijl de premie-inkomsten slechts 385 miljoen bedragen.
De onderzoekers stellen dat het uitstellen van maatregelen geen optie is. “Het verlagen van de betalingen is geen oplossing. De meest logische stap is het verhogen van de pensioenleeftijd. Dit is geen populaire maatregel, maar wel onvermijdelijk,” aldus van Vuuren.
Ze pleiten voor een verhoging van de pensioenleeftijd tegen 2030, wat zes jaar de tijd geeft om aan de verandering te wennen en de maatregel financieel effectief te maken.
De onderzoekers noemen ook andere mogelijke oplossingen, zoals het sparen voor een eigen pensioen. Maar dit lost het acute financiële probleem voor het AOV-fonds niet op. Dergelijke maatregelen hebben pas over twintig tot dertig jaar effect.
Armoede onder mensen die alleen een AOV-uitkering ontvangen, is een ander probleem. Daarom bevelen de onderzoekers aan de AOV te verhogen tot zeventig procent van het minimumloon en een automatische indexering in te voeren om de koopkracht te garanderen.
Verder stellen de onderzoekers voor om de pensioenleeftijd in alle sectoren gelijk te trekken met de AOV-leeftijd. Na 2030 moet deze leeftijd worden gekoppeld aan de levensverwachting.
Vergrijzing
Uit het onderzoek blijkt dat Curaçao vooroploopt in de regio wat betreft vergrijzing. Dit komt door de emigratie van jongeren en de langere levensverwachting. Tentijde van de invoering van de AOV in 1960 was de levensverwachting 65 jaar, in 2021 was die al opgelopen tot 79 jaar.
Hierdoor is het aantal gepensioneerden in verhouding tot werkenden relatief hoog. De uitgaven voor de AOV blijven stijgen, en de economische groei kan dit niet volledig compenseren.
Het is duidelijk dat zonder verhoging van de pensioenleeftijd, de financiële houdbaarheid van de AOV in gevaar komt. De onderzoekers dringen aan op snelle en doortastende maatregelen om dit probleem aan te pakken.