natuur

Zeeslak, zee-egel en krab ingezet voor herstel Caribisch koraal

ZEIST – Door in te zetten op meer zeeslakken, witte zee-egels en Caribische koningskrabben willen natuurbeschermers de koraalriffen in Caribisch Nederland helpen herstellen. Deze soorten eten algen en die vormen een groot probleem voor het koraal rond Bonaire, Sint-Eustatius en Saba.

“De belangrijkste reden voor deze algengroei is het gebrek aan dieren die de algen eten. Overbevissing en ziektes hebben het aantal algeneters verminderd”, legt het Wereld Natuur Fonds (WWF) uit. Als andere achterliggende oorzaken voor de achteruitgang van het koraal noemt de organisatie klimaatverandering, orkanen en vervuiling.

Het WWF begint samen met onder meer de Hogeschool Van Hall Larenstein, de universiteit van Wageningen en lokale natuurorganisaties een project dat dus onder meer is gericht op het tegengaan van algengroei door andere soorten beter te beschermen.

Daartoe wordt ook de visserij rond de eilanden geanalyseerd en worden de mogelijkheden verkend om die te verduurzamen. Een van de opties waar de onderzoekers naar kijken is het uitzetten van dieren in de wateren. “Dit biedt nieuwe kansen voor kleinschalige visserij”, stelt het WWF.

De algeneters die voor het project nodig zijn, worden in eerste instantie van andere plaatsen gehaald, laat onderzoeker Alwin Hylkema weten. “De krabben zijn bijvoorbeeld bijvangst van de visserij en de slakken en zee-egels komen op sommige plekken in hoge dichtheden voor.” Als uit onderzoek blijkt dat deze aanpak inderdaad werkt, is het kweken van meer exemplaren volgens Hylkema “de meest logische optie”. Op Saba is daar met zee-egels al ervaring mee.

Koraalriffen zijn belangrijk voor de onderwaternatuur. Ze dragen ook bij aan de kustbescherming en kunnen toeristen aantrekken. “Dit alles is essentieel voor de economie en cultuur van het Caribisch gebied”, stellen de initiatiefnemers van het zogeheten ReefGrazers-project.

Deel dit artikel