Curaçao

Nederlandse zorgen over goksector Curaçao

Foto Nico van der Ven – Tweede Kamerlid Ronald van Raak (SP).

Den Haag – De Nederlandse regering gaat proberen te voorkomen dat illegaal kansspelaanbod vanuit het Caribisch deel van het Koninkrijk wordt uitgebreid.

Dat schrijft staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede namens minister van Rechtsbescherming Sander Dekker in antwoord op schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Ronald van Raak (SP). De bewindsman merkt op dat het kabinet de zorgen over de offshore en gokindustrie in Curaçao, Aruba en Sint Maarten ‘serieus’ neemt. Tegelijkertijd benadrukt Knops dat de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het aanbod van offshore kansspelen binnen de autonome bevoegdheid van de landen vallen.

,,Curaçao, Aruba en Sint Maarten hebben hun eigen kansspelwet- en regelgeving. Omdat er geen sprake is van een Koninkrijksaangelegenheid heeft het Koninkrijk geen bevoegdheden bij de vergunningverlening en -verlenging voor offshore hazardspelen, het toezicht daarop en de handhaving van de landsverordening offshore hazardspelen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten.”

Als er sprake is van criminele activiteiten is het aan de Openbaar Ministeries van de landen om op te treden, schrijft Knops: ,,Daarin ondersteunt Nederland de landen door het financieren en leveren van capaciteit voor het Recherche Samenwerkingsteam en het Team Bestrijding Ondermijning die lokale opsporingsbevoegdheid hebben op het gebied van o.a. grensoverschrijdende criminaliteit, fraude, witwassen en ondermijning. Wanneer overlap bestaat tussen de vergunninghouders inzake kansspelen en criminele activiteiten zijn deze instanties bevoegd en geëquipeerd actie te ondernemen.”

De bewindsman verwijst naar de arrestatie en uitlevering van gokbaas Francesco Corallo op verzoek van de Italiaanse autoriteiten in het najaar van 2016 als voorbeeld van deze aanpak. ,,De Nederlandse Kansspelautoriteit zet zich daarnaast in voor een verbetering van de samenwerking met de landen ter voorkoming van illegaal kansspelaanbod vanuit deze landen op de Nederlandse markt.”

Van Raak wilde ook weten of de ontwikkeling van de eilanden als belastingparadijzen is bevorderd omdat Nederland zoveel belastingverdragen kon sluiten. Knops geeft geen direct antwoord: ,,Curaçao, Aruba en Sint Maarten zijn bevoegd om zelfstandig belastingverdragen te onderhandelen. De verdragen worden ten behoeve van die landen door het Koninkrijk gesloten. Na parlementaire goedkeuring worden verdragen vervolgens door het Koninkrijk geratificeerd.”

Volgens de staatssecretaris gaat het bij belastingverdragen die alleen voor het land Nederland gelden op dezelfde manier. ,,De andere landen binnen het Koninkrijk kunnen geen rechten ontlenen aan de Nederlandse belastingverdragen. Bovendien heeft Nederland beleid om oneigenlijk gebruik van belastingverdragen te voorkomen. Dit komt tot uiting door de opname van antimisbruikmaatregelen in de Nederlandse belastingverdragen en belastingregelingen die gelden binnen het Koninkrijk.”

Op de vraag of de regels voor offshore hazardspelen zijn opgezet met de hulp van Nederland op initiatief van de toenmalige vereniging voor offshore belangen onder voorzitterschap van Gregory Elias kan de staatssecretaris evenmin duidelijkheid verschaffen: ,,Het opstellen en aannemen van een landsverordening geschiedt door de regering en het parlement van Curaçao, Aruba of Sint Maarten. De Landsverordening offshore hazardspelen uit 1993 is oorspronkelijk een landsverordening van de Nederlandse Antillen. Mij is niet bekend of deze regels voor offshore hazardspelen zijn opgezet met de hulp van Nederland, op initiatief van de toenmalige vereniging voor offshore belangen.”

Voor het antwoord op andere – van 2016 daterende – vragen over de goksector in de Cariben moet Van Raak nog geduld betrachten: ,,De vragen zijn tot tweemaal toe aan de regering van Curaçao doorgeleid. Ik heb hierop nog geen reactie mogen ontvangen en heb er geen zicht op wanneer ik deze tegemoet kan zien. Ik zal de regering van Curaçao nogmaals per brief verzoeken de vragen te beantwoorden, danwel een indicatie te geven de vragen niet te beantwoorden. Daarnaast zal ik in mijn reguliere contacten met de regering van Curaçao hier aandacht voor vragen. Wellicht is het te overwegen ook via de contacten in het kader van het Interparlementair Koninkrijksoverleg hier bij de Staten van Curaçao aandacht voor te vragen”, aldus Knops.

Deel dit artikel