Kamermotie over aanscherpen regels en toezicht op Curaçaose goksector
DEN HAAG – Nederland moet in overleg treden met Curaçao over hoe de regels en het toezicht op de lokale goksector verder kunnen worden aangescherpt. Dat stelt Tweede Kamerlid Michiel van Nispen van de SP in een motie die wordt gesteund door VVD en D66.
De motie werd woensdag ingediend, een dag na de vaste Commissievergadering voor Justitie en Veiligheid. Tijdens die vergadering had Minister van Justitie David van Weel al aangegeven dat Curaçao momenteel bezig is om de wetgeving aan te passen. Van Weel benadrukte daarbij dat Curaçao altijd de mogelijkheid heeft om de hulp van Nederland in te schakelen. Kamerlid Van Nispen vond dat niet genoeg en noemde de opstelling van de minister ‘passief’. Van Nispen verwacht niet dat het eiland uit zichzelf om hulp gaat vragen.
Nieuwe gokwet
Juristen op Curaçao zijn in opdracht van minister van Financiën Javier Silvania bezig met het opstellen van een nieuwe gokwet. Die Landsverordening op Kansspelen (LOK) moet nog dit jaar worden ingevoerd. Van Nispen wil dat Nederland nog vóór de invoering van de LOK met Curaçao om tafel gaat om de regels en het toezicht op de goksector aan te scherpen.
Minister Van Weel gaf dinsdag in het Commissiedebat aan dat hij in januari naar Curaçao gaat en hier onder andere zal spreken met minister Silvania. Van Nispen hoopt dat door de motie de regelgeving op ons eiland nog meer wordt aangescherpt.
Doorn in het oog
De Curaçaose goksector is een miljardenbusiness en is al jaren een doorn in het oog binnen ons Koninkrijk. Ons eiland heeft een paar licentiehouders die gokwebsites mogen exploiteren. Die verhandelen tal van sublicenties aan buitenlandse gokbedrijven die op Curaçao geregistreerd staan. Daarop is weinig toezicht en regelgeving. Gevolg is dat er veel gelegenheid is tot onder andere witwassen via die gokwebsites. Onder- en bovenwereld raken hierdoor met elkaar verweven. Dat heeft rechtstreeks effect op het bestuur en zakenleven op ons eiland en in het gehele Koninkrijk.