Regering moet van Tweede Kamer Aruba en Curaçao helpen bij vreemdelingenopvang en inzet NGO’s
WILLEMSTAD – De Tweede Kamer heeft de regering gevraagd om te onderzoeken hoe Nederland kan helpen bij de vreemdelingenopvang op Curaçao. Een motie van Sylvana Simons met deze strekking werd gisteren aangenomen.
Het gaat dan om op maat gesneden technische assistentie, ervaringen en expertise te leveren om de eilanden te assisteren bij de aanpak van de vreemdelingenopvang.
Daarnaast wil de Tweede Kamer dat de regering in Den Haag het gesprek aangaat met Aruba en Curaçao over de rol die niet gouvernementele organisaties hierbij kunnen spelen, in het bijzonder mensenrechtenorganisaties.
Bescherming
Aanleiding voor de motie is de overweging dat de beschermingsprocedure in Curaçao als bedoeld in artikel 3 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens niet voldoet aan de internationale standaarden en dat het verkrijgen van rechtsbijstand voor kwetsbare vluchtelingen in veel gevallen niet mogelijk is op de eilanden.
Het steekt de Kamer dat deze vluchtelingen, waaronder kinderen, onder ondermaatse omstandigheden worden opgesloten of in detentie worden gezet of zonder geldige procedure naar het land van herkomst worden teruggestuurd.
Op dit moment zitten zestien Venezolanen vast, die allen een beroep hebben gedaan op artikel drie EVRM en ook een verblijfplaats en een garantsteller hebben. Volgens de Curaçaose wet mogen deze mensen niet vastgehouden worden, maar de regering Pisas is niet van plan om die situatie te veranderen.
Bevalling
Dat leidde eregisteren tot een vervelend incident. Een Venezolaanse man die de minister van Justitie Shalton Hato gevraagd had om bij de bevalling van zijn kind te kunnen zijn, kreeg geen antwoord op zijn verzoek.
De vrouw die geen vervoer had werd door het CMC eerst lopend weggestuurd en pas geaccepteerd toen de bevalling op het punt stond te beginnen. De vrouw beviel uiteindelijk van een zoon, die nu de naam van de vader draagt.