Curaçao wist pas na 50 jaar waarom de Julianabrug instortte
WILLEMSTAD – Pas vijftig jaar na dato werd in 2017 ontdekt waarom de Julianabrug in aanbouw in 1967 instortte. Onderzoekster Jessica Smits vond het geheim in het Nationale Archief in Willemstad.
Een donderend geluid van knarsend staal kondigde op de ochtend van 6 november de grootste ramp uit de Curaçaose geschiedenis aan. Vijftien mensen kwamen om het leven toen de Julianabrug in elkaar stortte, waaronder zes Nederlandse werknemers van Rijkswaterstaat. De paniek was destijds immens, getuige de in 2017 90-jarige Petra Kleinmoedig die zich herinnert hoe zij in enkel een badjas naar buiten rende, geschrokken van het tumult.
Petra woont in Fleur de Marie, een wijkje dat onderdeel is van het stadsgedeelte Scharloo in Punda. Het wijkje ligt op het natuurlijke talud van de Julianabrug. “Buiten renden mensen in paniek alle kanten op. Ik keek naar boven en zag dat de brug weg was.”
Buurvrouw Mirna Martis (76) dacht ook aan een vliegtuig. “Ik heb dat geluid nooit meer gehoord, verschrikkelijk. M’n moeder was die dag jarig, maar niemand is op bezoek gekomen. Heel Willemstad was in shock.”
Oorzaak
Onderzoek van het Nationaal Archief, geleid door Jessica Smits, bracht zes jaar geleden licht op de lang onbeantwoorde vragen rond de oorzaak van het ongeval.
Tegen de achtergrond van de bloeiende olie-industrie en toenemende verkeersdruk was de bouw van de brug een poging om het eiland beter bereikbaar te maken. De ramp, die plaatsvond tijdens het monteren van de stalen secties, leek aanvankelijk in nevelen gehuld.
Uit het archiefonderzoek van Smits blijkt dat de destijds aangebrachte hechtlassen de treksterkte en buigkracht van het hoogwaardige staal van de verankerde ophanging negatief hebben beïnvloed, wat leidde tot de breuk van zestien staalkabels. Dit cruciale detail, voortkomend uit het onderzoek van professor dr. A.J. Zuithoff, was tot nu toe niet openbaar gemaakt.
In 1962 werd begonnen met het grondwerk onder verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. De brug bestond uit vijftig stalen secties, die in Nederland werden gebouwd. Deze werden per schip naar Curaçao vervoerd. ‘Nadat de bruglandhoofden in 1966 waren afgebouwd, begon het werk om de 25 secties aan de Punda-zijde te monteren. Bij het aanbrengen van sectie 23, brak op 6 november 1967 de verankerde ophanging van deze brughelft en kwam 1600 ton staal met donderend geraas naar beneden vallen, gedeeltelijk in de Annabaai’, zo meldt het Nationale Archief.
De oorzaak en schuldvraag zijn in de loop van de jaren naar de achtergrond verdwenen. Zo zeer zelfs dat de boekjes over de ramp en de lesbrief voor scholen, die dit jaar is ontwikkeld, met geen woord daarover reppen. “Toch zijn er drie rapporten verschenen die daarop een antwoord geven, maar die zijn nooit publiek gemaakt”, zegt archiefonderzoekster Jessica Smits.
De onthulling van deze oorzaak in 2017, 50 jaar na dato, geeft aanleiding tot een herziening van de geschiedschrijving over deze zwarte dag in de Curaçaose historie.
Voor degenen die de ramp hebben meegemaakt, zoals Petra Kleinmoedig, brengt deze ontdekking een late erkenning van de feiten, maar de herinnering aan die tragische dag blijft onveranderd schrijnend.