OPINIE: Waar gaan we heen met ons toerisme?
WILLEMSTAD – Paul Stokkermans stelt kritische vragen over de snelle groei van het massatoerisme op Curaçao. Hij wijst op de vercommercialisering van stranden en het verlies van lokale cultuur en natuur, terwijl de winsten vaak naar het buitenland vloeien. Stokkermans pleit voor een meer duurzame aanpak van het toerisme, waarin nichemarkten zoals cultureel- en ecotoerisme worden benadrukt. Hij benadrukt het belang van lokale participatie en ondernemerschap om zowel de sociale cohesie als de economie van het eiland te versterken, en waarschuwt voor de gevaren van overontwikkeling.
Door | Paul Stokkermans
Curaçao zet al decennialang in op massatoerisme. Hotels, al dan niet all-inclusive, worden in rap tempo gebouwd. In het begin was de groei van toerisme nog langzaam, maar de afgelopen tijd is die behoorlijk toegenomen en concentreert zich met name langs de kust. De hoeveelheid bouwgrond aan de kust is beperkt. De waarde van beachfront property is dan ook toegenomen. Sommige stranden zijn al sterk vercommercialiseerd. Restaurants en winkels worden gebouwd bij deze stranden en je treft daar rijen en rijen strandbedjes aan.
Is dit een goede ontwikkeling? Is dit de weg te gaan voor een eiland als Curaçao waar sprake is van veel armoede, waar brood op de plank niet voor iedereen vanzelfsprekend is en waar werkgelegenheid daarom zeer belangrijk is? Op dit moment vinden protesten plaats tegen deze toeristische ontwikkeling. Aruba is ons hierin al voorgegaan in zowel de grootschalige toeristische ontwikkeling alsook het verzet hiertegen vanuit de bevolking.
Op Curaçao staan momenteel de ontwikkelingen op de stranden van Jeremi en Lagun in de spotlight. De protesten spitsen zich in zijn algemeenheid toe op het verlies van de eigen cultuur, op het gebrek aan inspraak van de lokale bevolking, op het te beperkt gebruik maken van lokaal initiatief en ondernemerschap, op de achteruitgang van de natuur ter plaatse, op het grote beslag dat de toeristische sector legt op de lokale infrastructuur en op het wegvloeien van de winsten naar het buitenland.
Hoe verder? De vele conferenties op toeristisch gebied hebben allang het antwoord gegeven. Je hoort iedere keer hetzelfde: duurzaamheid is belangrijk! Maak gebruik van de lokale resources zoals cultuur en natuur en bescherm deze. Laat de lokale bevolking meedenken en participeren in ontwikkeling. Stimuleer lokaal ondernemerschap. De diagnose is gesteld en het recept is voorgeschreven.
Het gebeurt echter niet! Tussen wat dient te gebeuren, en tussen wat in werkelijkheid gebeurt, bestaat een groot spanningsveld. En wat nu? Het gaat ondertussen niet meer alleen om Lagun en Jeremi. Curaçao is op een kruispunt beland hoe verder te gaan met de toeristische sector. Mijn advies zou zijn om op de eerste plaats de carrying capacity te berekenen. Hoeveel toeristen kan het eiland eigenlijk aan? Verder zou meer aandacht gegeven kunnen worden aan de diverse nichemarkten zoals bijvoorbeeld world heritage toerisme, cultureel toerisme en ecotoerisme.
Het is overigens niet zo dat world heritage, de lokale cultuur en de natuur van Curaçao zouden ontbreken in de huidige toeristische marketing. Ze worden genoemd, maar meer en passant. Een specifieke marketingfocus op de nichemarkten ontbreekt. Ook krijgen deze markten onvoldoende aandacht wat betreft de productontwikkeling. Waarom zijn deze nichemarkten nu zo belangrijk?
Deze nichemarkten trekken over het algemeen toeristen aan die meer uitgeven. Dit betekent dat je met minder toeristen hetzelfde verdient. Eigenlijk verdien je dan meer, want het beslag op de lokale infrastructuur is minder. De toerist in de nichemarkten is op zoek naar authenticiteit en is meer in contact met de lokale bevolking en maakt meer gebruik van lokale producten. De mogelijkheden voor de ontwikkeling van lokaal ondernemerschap in deze markten is groter.
De lokale resources zoals werelderfgoed, cultuur en natuur krijgen meer waardering en dat bevordert de sociale cohesie. De lokale bevolking is daarmee niet alleen in dienst van buitenlands kapitaal, maar is ook bezig haar eigen toekomst vorm te geven. De rol van de overheid zou meer voorwaardenscheppend moeten zijn. Dus zorg voor toiletten, schoonmaak, security en parkeergelegenheid bij bijvoorbeeld de stranden. En schakel hierbij uiteraard de lokale bevolking in.
Dit betekent overigens niet dat hotels, al dan niet all-inclusive, restaurants en overige toeristische voorzieningen, geen rol zouden hebben op Curaçao. Dat hebben ze zeker! De balans begint echter danig zoek te raken. Wij moeten niet in de val van de overontwikkeling terechtkomen. Menige toeristische bestemming is daaraan ten onder gegaan. Bezint eer ge begint!
Ir. Paul Stokkermans is gepensioneerd landbouwingenieur en ex-directeur van Carmabi en ex-beleidsmedewerker van de toenmalige Dienst Economische Zaken (DEZ) op Curaçao. Momenteel is hij directeur van Scientegia Solutions