Economische situatie Caribisch deel van het Koninkrijk verslechterd volgens nieuw rapport
Den Haag – Het gaat niet goed met de economische ontwikkeling in het Caribische gedeelte van het Koninkrijk. Dat blijkt uit het rapport ‘Kerncijfers Caribisch Onderzoek. Economische, financiële en sociale ontwikkelingen 2010-2017’ van SEO Economisch Onderzoek, het economisch instituut dat onderzoek doet in opdracht van overheden en bedrijfsleven. De situatie is voor het eerst in kaart gebracht volgens de methode die het Centraal Planbureau ook voor de rest van Nederland gebruikt.
Onderzoek
Op woensdag 20 februari overhandigde onderzoeker Van Buiren het rapport aan VVD-Kamerlid André Bosman, waarnemend voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties. Het onderzoek is gedaan in opdracht van deze commissie, die daarmee haar kennis wil versterken over de financiële en sociaaleconomische ontwikkelingen in het Caribische deel van het Koninkrijk. Het rapport brengt de sociaal-eonomische en financiële ontwikkelingen in dit deel van het Koninkrijk in kaart op basis van kerncijfers zoals het Centraal Planbureau die ook hanteert voor Nederland. Hiervoor zijn de kerncijfers van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, St. Eustatius en Saba verzameld. André Bosman is erg tevreden over deze opzet: “Alle informatie is nu eindelijk op een goede manier bij elkaar gebracht. Het is overzichtelijk en daarom beter voor ons te gebruiken.”
Curaçao en Sint Maarten zijn sinds 2010 autonome landen binnen het Koninkrijk, Aruba is dat sinds 1986. Bonaire, St. Eustatius en Saba zijn (bijzondere) gemeenten van Nederland. Het algemene beeld is dat de eilanden kampen met problemen op het gebied van overheidsfinanciën en economische groei, en sociale problemen.
Resultaten
Voor sommige eilanden wordt in het rapport vastgesteld dat er in vergelijking met 2010 sprake is van sociaal-economische achteruitgang. “Je ziet dat de landen in het Koninkrijk, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, een moeilijke economische ontwikkeling doormaken. Sinds 2010 is er geen economische groei, dalende koopkracht, oplopende werkeloosheid en overheidsfinanciën die verslechteren, aldus Van Buiren. Het is volgens hem daarom van groot belang dat de Nederlandse overheid het gebied steunt bij de hervorming van de economie.
Bron: Tweede Kamer