De Curaçaose economie is in het derde kwartaal van 2018 gekrompen. Dat meldt de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten. Met z’n allen verdienden we 1,7% minder, terwijl de inflatie steeg tot 3,1%.

Dat laatste is vooral het gevolg van hogere internationale olieprijzen. De daling van het Bruto Nationaal Product is voornamelijk veroorzaakt door de problemen bij de Isla raffinaderij en de sterke afname van ruwe olie uit Venezuela.

Bouw en handel

Ook in de bouwsector gaat het minder goed. Vooral doordat verschillende grote projecten zijn voltooid of in hun eindfase verkeren.

De krimp in de groot-en kleinhandel is het gevolg van een daling van de binnenlandse vraag en minder activiteiten in de vrije zone. De stijging van de bestedingen van toeristen kon dat niet goedmaken.

Lucht- en zeehaven

De sector transport, opslag & communicatie registreert ook een daling. Dat is het gevolg van minder activiteiten op zowel de luchthaven als in de zeehaven. Het negatieve resultaat van de luchthaven is het gevolg van een daling van het aantal afgehandelde passagiers en het aantal commerciële landingen.

De slechte prestatie van de zeehaven is het gevolg van een scherpe daling van het aantal tankers dat de haven van Willemstad bezocht, gerelateerd aan de lagere productie van de raffinaderij. Het aantal cruiseschepen en vrachtschepen dat de haven bezocht neemt daarentegen toe. Ook het aantal containerbewegingen registreert een stijging.

Toerisme

De activiteiten in de sectoren restaurants & hotels en financiële dienstverlening namen toe in het derde kwartaal van 2018. De sterke groei van de sector restaurants & hotels wordt veroorzaakt door een scherpe stijging van het aantal verblijfs- en cruisetoeristen. Ook nam het aantal overnachtingen en de bezettingsgraad van hotels toe.

De groei in de sector financiële dienstverlening is uitsluitend te danken aan de internationale financiële dienstverlening die een toename van de lonen & salarissen en andere operationele kosten registreert. De lokale financiële dienstverlening heeft daarentegen een nulgroei doordat de netto rente-inkomsten ongewijzigd blijven.