Bondscoach Bicentini gaat niet naar Qatar, maar naar Curaçao
WILLEMSTAD – Remko Bicentini krijgt de kans om zijn levenswerk te voltooien. Dat zegt de nieuwe bondscoach van Curaçao tegen dagblad de Gelderlander. Bicentini is de succesvolste bondscoach die Curaçao ooit had. De verbijstering was groot toen de bond hem in 2020 ontsloeg. Maar de man uit Wijchen is terug.
Het is volgens de Gelderlander nu al een van de meest verrassende comebacks van dit voetbaljaar. Ondanks zijn eerdere ontslag kende Bicentini geen twijfel toen voetbalbond FFK onlangs bij hem aanklopte. ,,Er is een nieuwe voorzitter, Ramiro Griffith”, zegt de 54-jarige Wijchenaar. “Er ligt een mooi plan. Ik begin per direct en ga een traject in voor vier jaar. Met als grote doel: het WK van 2026.”
En dat is ‘best een reëel doel’, voorspelt Bicentini. “Toen ik twee jaar geleden opzij werd gezet, kwam dat als een totale verrassing. Voor mij en de spelers. Curaçao had nog nooit zo goed gepresteerd. Het voelde alsof mijn kindje was afgepakt. Alsof mijn levenswerk me werd ontnomen. Het is geweldig dat ik nu de kans krijg dat te voltooien.”
Afscheid van Canada
Zijn terugkeer bij Curaçao betekent ook een afscheid van Canada. Met The Canucks zou assistent-bondscoach Bicentini later dit jaar deelnemen aan het WK in Qatar.
“Ik heb niet overwogen om afspraken te maken met Curaçao zodat ik tot en met het WK ook bij Canada actief zou kunnen blijven”, zegt Bicentini tegen de Gelderlander.
“Ik kies helemaal voor mijn nieuwe baan. Een WK meemaken is groot. Maar terugkeren bij mijn geliefde Curaçao voelt groter. Curaçao is mijn land, een belangrijk deel van mijn leven.”
En er is nog een reden voor de voormalig NEC-voetballer om het WK te laten schieten. “Curaçao en Canada zijn ingedeeld in dezelfde poule voor de Nations League. Die ploegen spelen begin volgend jaar tegen elkaar. Dan ga ik niet in november nog op de bank zitten bij Canada.”
Bicentini geldt als de meest succesvolle bondscoach van Curaçao. Onder zijn leiding (sinds 2008 als assistent en na 2016 als hoofdverantwoordelijke) zette de nationale ploeg reuzenstappen. Curaçao werd Caribisch kampioen en plaatste zich meermalen voor de Gold Cup, het landentoernooi voor Noord- en Midden-Amerika. Een keer werd zelfs de kwartfinale gehaald.
Na zijn gedwongen vertrek boekte Curaçao geen aansprekende resultaten meer. “Ik hoopte, ook toen ik het van afstand volgde, voor de spelers en de mensen in het land dat de ploeg kon voortborduren op wat er in mijn jaren is opgebouwd. Dat de prestaties vooruit zouden gaan. Maar iedereen heeft kunnen zien dat dat niet is gebeurd.”
“Mijn afscheid in 2020 was vreselijk, maar ik kan ook het positieve uit het negatieve halen. Ik heb veel geleerd bij Canada en heb de tijd gehad om het hoogste trainersdiploma te halen. Mijn rugzak is gevuld met ervaringen die ik anders nooit had gehad.”