Curaçao reserveert 25 miljoen voor drijvend windpark
WILLEMSTAD – De Curaçaose regering heeft een bedrag van 25 miljoen gulden gereserveerd voor de ontwikkeling van een drijvend windmolenpark op zee. Dit blijkt uit antwoorden van het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO) tijdens de begrotingsbehandeling voor 2025. Het project dat twee jaar geleden werd aangekondigd past in de ambitie van het eiland om te investeren in duurzame energiebronnen.
Momenteel loopt een verkennende fase waarin studies worden uitgevoerd om de haalbaarheid van het windpark te bepalen. In deze voorbereidingsfase investeren zowel Nederland als Curaçao samen tien miljoen euro. Er werden al onderzoeken uitgevoerd naar de zeebodem door het bedrijf Fugro, dat gespecialiseerd is in geotechnisch en geofysisch onderzoek.
Daarnaast wordt een juridische analyse gedaan om vast te stellen of het project aan alle wet- en regelgeving voldoet. Een milieueffectstudie staat eveneens gepland om de impact van het project op de omgeving te beoordelen.
Deze onderzoeken vormen de basis voor verdere technische en logistieke studies. De resultaten moeten richting geven aan de uitvoering en opschaling van het windpark. De regering benadrukt dat samenwerking met wereldwijde bedrijven in de private sector essentieel is om dit duurzame energieproject te realiseren.
Tien jaar
Curaçao sprak in 2023 de wens uit om over tien jaar een toonaangevende rol spelen op het gebied van duurzame energie. Over twintig jaar moet het eiland vervolgens een belangrijke exporteur zijn van hernieuwbare energie in het Caribisch gebied.
De groene agenda van Curaçao wordt vooral bepaald door Nederland, dat mogelijkheden ziet om het Nederlandse bedrijfsleven mee te laten liften op de kansen die er in de Caribische regio liggen. In 2023 ondertekende de toenmalig demissionair minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten een intentieverklaring, met daarin de toezegging te helpen bij de ambitieuze plannen van de Curaçaose overheid.
Die plannen zijn gestoeld op onderzoek van TNO, dat daarvoor een zogenoemd living lab heeft opgericht, oftewel een onderzoeksomgeving op locatie waarin onderzoek en innovatie samengaan. Er zijn verschillende ondernemingen bij dit initiatief betrokken. Vanuit Nederland zijn dit Havenbedrijf Rotterdam, scheepsbouwer Damen, technologiebedrijf VDL Groep, opslagbedrijf Vopak en offshorebedrijf Van Oord.
Vanuit Curaçao nemen verschillende overheidsbedrijven deel, zoals de voormalige Refineria di Kòrsou, de eigenaar van de raffinaderij op het eiland, water- en energiebedrijf Aqualectra, het afvalbedrijf Selikor en ABC Busbedrijf.
Living Lab
Speerpunt van TNO’s living lab, waarbij ook de Curaçaose Universiteit is betrokken, is de bouw van een groot drijvend windmolenpark op zee. Dat moet in 2035 vijf tot zes gigawatt aan hernieuwbare energie opwekken, ruim voldoende voor de hoeveelheid van 130 megawatt die Curaçao dagelijks nodig heeft om in de stroombehoefte van het eiland te voorzien.
De productieoverschotten moet in waterstof worden omgezet en zijn dan te exporteren in de regio, maar ook naar Nederland. “Het achterliggende idee van living lab is dat keteninnovaties op de schaal van het eiland sneller zijn te realiseren en bij gebleken succes ook snel zijn op te schalen”, zegt TNO.
“Zo kunnen nieuwe toepassingen die op Curaçao – mede dankzij grote potentie van zon- en windenergie – zijn ontwikkeld ook in de Caraïbische regio, in Nederland of elders worden toegepast.”