Sterke bouwsector drijft Curaçaose economie
WILLEMSTAD – De economie van Curaçao groeide in het tweede kwartaal van dit jaar met 5,5 procent, een duidelijke versnelling vergeleken met de 4,2 procent groei in dezelfde periode van 2023. Deze groei werd vooral aangedreven door de bouwsector en de toerismesector, volgens de laatste cijfers van de Centrale Bank van Curaçao en Sint-Maarten (CBCS).
Private en publieke investeringen waren de belangrijkste drijvers achter de groei in de bouwsector. Er werd fors geïnvesteerd in commerciële en residentiële projecten, evenals in hernieuwbare energie. De toename in bouwactiviteiten leidde tot een hogere vraag naar geïmporteerde bouwmaterialen. Ook werd er geïnvesteerd in infrastructuur, waaronder wegwerkzaamheden.
De bouwsector groeide sterker dan eerder verwacht, en de binnenlandse vraag werd verder ondersteund door een toename in consumptie en investeringen vanuit de private sector.
Toerisme
De toerismesector leverde eveneens een belangrijke bijdrage aan de economische groei. Buitenlandse inkomsten uit verblijfstoerisme en transportdiensten namen toe.
Het aantal verblijfstoeristen steeg, wat resulteerde in hogere inkomsten voor hotels, restaurants en transportbedrijven. Ook luchthavenactiviteiten namen toe, wat de transportsector ten goede kwam.
Inflatie
De inflatie in Curaçao daalde licht naar 2,8 procent in het tweede kwartaal, vergeleken met 3,4 procent in dezelfde periode een jaar eerder. De daling was vooral te danken aan stabiele energieprijzen en een afname van de prijsstijgingen voor voedsel en huishoudelijke goederen.
De werkloosheid daalde van 11,7 procent in 2023 naar 11,1 procent in het tweede kwartaal van dit jaar. Deze daling werd ondersteund door de groei in de bouw- en toerismesector, die meer werkgelegenheid creëerden.
Publieke financiën
De overheidsfinanciën van Curaçao lieten een overschot zien van 2,4 procent van het BBP in het tweede kwartaal van 2024. Dit was te danken aan hogere belastinginkomsten door de economische groei en inspanningen om de belastinginning te verbeteren. De staatsschuld daalde naar 62,9 procent van het BBP, mede door lagere buitenlandse leningen en hogere economische activiteit.