KRALENDIJK – De koninklijke familie kan vandaag even op adem komen. Prinses Amalia, koning Willem-Alexander en koningin Máxima hebben geen activiteiten op de planning staan. Vanmiddag vliegen ze wel naar Aruba.

Dat is de tweede bestemming van prinses Amalia in het Caribisch deel van Nederland. Daarna volgen nog Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba.

De eerste twee dagen van de reis brachten Amalia en het koningspaar door op Bonaire, waar ze onder meer door een mangrove-bos voeren, naar de slavenhutjes in het zuiden bij Witte Pan gingen en spraken met eilandbewoners over onder meer klimaatverandering en armoede.

Op de eerste dagen van het bezoek kwam flink wat pers af: zo’n dertig lokale en Nederlandse fotografen en journalisten volgden het gezelschap.

De kennismaking van de 19-jarige Amalia met de eilanden duurt van 27 januari tot en met 9 februari. Haar vader koning Willem-Alexander maakte zo’n zelfde reis toen hij negentien jaar oud was. Staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Koninkrijksrelaties reist met het koninklijk gezelschap mee.

Boeing 737

Het vliegtuig dat de delegatie vervoerd is de Boeing 7373 met registratie PH-GOV. Ook Willem-Alexander vliegt er regelmatig mee. Volgens de rijksoverheid wordt het ‘vliegende werkpaard’ voor 88 procent gebruikt voor vluchten van ministers of staatssecretarissen en voor 12 procent door leden van het Koninklijk Huis.

Wel is het zo dat een overheidsbesluit uit 2014 de koning voorrang geeft bij het gebruik van het regeringsvliegtuig. In volgorde van prioriteit komen vervolgens de premier, overige ministers, prinses Beatrix en andere leden van het Koninklijk Huis.

Dat Willem-Alexander de Boeing 737 van de regering zelf mag besturen, heeft ermee te maken dat het vliegtuig is ondergebracht bij KLM voor onderhoud en het leveren van de bemanning. En omdat Willem-Alexander bevoegd piloot is bij KLM mag hij achter de stuurknuppel van de regeringsjet plaatsnemen.