Geschiedenis

De geschiedenis van de kerstboom

De kerstboom, een iconisch symbool van de feestdagen, wordt jaarlijks door miljoenen mensen opgezet om de kerstsfeer in huis te halen. In Nederland worden elk jaar ongeveer tweeënhalf miljoen kerstbomen verkocht, vaak gecombineerd met het uitdelen van cadeautjes. Ook op de Caribische eilanden is de kerstboom populair. Maar waar komt deze traditie eigenlijk vandaan? Historiek.net duikt in de geschiedenis van de kerstboom.

De oorsprong van de kerstboom ligt vermoedelijk bij de Germanen, die tijdens de midwinterperiode groene takken en bomen gebruikten als symbool van vruchtbaarheid en goddelijkheid. Ook de Romeinen versierden hun huizen met groen en licht tijdens de Saturnalia-feesten. De dennenboom, die zijn groene kleur behoudt in de winter, werd al snel een belangrijk symbool.

Bij de Germanen stond de boom centraal tijdens de midwinterviering, vaak versierd met appeltjes en andere attributen, waarmee het begin van een nieuw seizoen werd aangekondigd.

Christelijk

Vanaf de vijftiende eeuw begon de kerstboom ook op te duiken tijdens christelijke winterfeesten, vooral in Oost-Europa, de Duitse gebieden en Scandinavië. In 1539 stond er een grote kerstboom in de kathedraal van Straatsburg. In Riga, Letland, versierde een gilde in 1510 een boom met kunstrozen, een symbool voor de Heilige Maagd Maria.

In de zestiende en zeventiende eeuw plaatsten rijkere Duitsers kerstbomen in huis. Ze versierden deze met appeltjes, verwijzend naar de Bijbelse Adam en Eva, en gebruikten de boom als onderdeel van kersttoneelstukken. Deze traditie verspreidde zich snel naar andere delen van Europa, vooral onder de Britse adel.

Rond 1800 brachten Duitse immigranten de traditie van de kerstboom naar de Verenigde Staten. In 1853 verscheen de eerste kerstboom in het Witte Huis. President Theodore Roosevelt probeerde het gebruik in 1901 te verbieden vanwege milieubezwaren, maar werd overtuigd van de duurzaamheid van kerstbomen. Franklin D. Roosevelt begon zelfs een eigen kerstboomboerderij in de jaren 1930.

In Nederland werd de kerstboom populair tijdens het Réveil in de negentiende eeuw, een christelijke opwekkingsbeweging die zondagsscholen oprichtte. Hier werd de kerstboom een onderdeel van de feestviering. Vrijzinnig protestanten namen de traditie eerder al over. Rooms-katholieken stonden lange tijd afwijzend tegenover de kerstboom vanwege de heidense oorsprong, maar in 1982 stonden er voor het eerst kerstbomen in het Vaticaan.

Kunstkerstboom

De kunstkerstboom verscheen in de late negentiende eeuw. In 1883 verkochten winkelketens kunstmatige bomen met losse takjes en rode bessen. Tijdens de economische crisis in de jaren 1930 werd de kunstboom populair vanwege de lagere kosten en het hergebruik. Aluminium kerstbomen werden kort geprobeerd, maar vonden geen commercieel succes.

Op Curaçao, Aruba en Bonaire, waar traditionele dennenbomen niet groeien, is het gebruik van kerstbomen toch wijdverbreid. Veel inwoners zetten kunstkerstbomen op, die ze rijkelijk versieren met lichtjes en ornamenten om de kerstsfeer in huis te halen.

Hoewel de eilanden een tropisch klimaat hebben, hebben ze de kerstboomtraditie overgenomen en aangepast, waardoor het een integraal onderdeel is geworden van de feestelijke decembermaand in het Caribisch gebied.

Deel dit artikel