Opinie

Ophef over openbare stranden: Lessen niet geleerd

Politici hebben lessen niet geleerd

De discussie over de toekomst van de openbare stranden op Curaçao is opnieuw opgelaaid door vermeende bouwplannen voor stranden zoals Caracasbaai, Jeremi en Lagun. Terwijl private stranden de afgelopen decennia vercommercialiseerd zijn, blijven publieke stranden vaak achter zonder adequate voorzieningen. Dit opiniestuk bespreekt de rol van de overheid in het waarborgen van de toegankelijkheid en het goed beheer van publieke stranden, en benadrukt dat commerciële belangen niet de boventoon mogen voeren. Er is een dringende behoefte aan betere faciliteiten en betrokkenheid van lokale gemeenschappen bij het beheer van publieke stranden, zodat deze toegankelijk blijven voor iedereen.

Opinie | Rob van den Bergh

Ophef over openbare stranden is niets nieuws. Het onderwerp speelt al jarenlang een rol in publieke discussies bij vissers, in beleidsdocumenten van de overheid en in de toeristische sector, zoals in diverse masterplannen. Toch blijkt het moeilijk om hieruit lering te trekken, gezien de vermeende bouwplannen voor onder andere de openbare stranden Caracasbaai, Jeremi en Lagun. De praktijk van het overheidshandelen rondom deze stranden toont aan dat de zorgplicht van de overheid hier gestrand is.

Strand van Lagun, afgelopen week

De afgelopen twee decennia is er veel veranderd op het gebied van stranden, met name op de private, commercieel geëxploiteerde stranden. Stranden zoals Mambo Beach, Jan Thiel, Barbara Beach en Blue Bay hebben een ware metamorfose ondergaan. Deze stranden zijn volgebouwd met restaurants, bars en winkels, en faciliteiten zoals strandstoelen en palapa’s waarvoor bezoekers moeten betalen. Andere private stranden, zoals Cas Abou, Kokomo, Piscadera en Porto Marie, hebben ook een duidelijke commerciële insteek gekregen. Dit is begrijpelijk gezien de vraag van toeristen en de gegoede middenklasse van Curaçao naar luxere voorzieningen. Voor hen is het geen probleem om te betalen voor dergelijke faciliteiten, aangezien toeristen doorgaans niet met hun eigen strandstoel en een koelbox vol bier naar Curaçao komen.

Hoewel er geen officiële cijfers beschikbaar zijn over de bedrijfsmodellen van deze private stranden, is het aannemelijk dat deze zeer winstgevend zijn, zelfs na aftrek van onderhouds- en beheerskosten. Het vercommercialiseren van een strand zoals Lagun kan financieel aantrekkelijk zijn voor degenen die de horeca mogen exploiteren en het strand mogen uitbaten. Maar de vraag blijft of dit tot de kerntaken van de overheid behoort.

Publieke stranden zijn daarentegen nauwelijks meegegaan in deze vercommercialiseringstrend. De situatie is grotendeels onveranderd gebleven ten opzichte van twintig jaar geleden. Hier en daar zijn wat palapa’s neergezet, een parkeerplaats geasfalteerd of een slipway aangelegd, maar dat is het wel zo’n beetje. Bovendien worden deze voorzieningen regelmatig vernield of in brand gestoken.

- tekst gaat verder onder de advertentie -
SpeelgoedSpeelgoed

In 2003 en 2006 hebben de Commissie Beachmanagement en adviesbureaus als Ecovision en IMD Consultancy inventarisaties gemaakt van de staat van de publieke stranden. Er werden destijds tal van tekortkomingen geconstateerd, waaronder:

  • Slechte ontsluiting van de baaien voor verkeer;
  • Gebrek aan parkeergelegenheid;
  • Te weinig schaduwplekken, wat resulteert in capaciteitsproblemen op piekdagen;
  • Gebrekkige zorg voor de natuur en de natuurlijke omgeving;
  • Ontbreken van toilet- en douchevoorzieningen;
  • Geen opslagruimte voor vissers;
  • Geen slipway of pier;
  • Slechte schoonmaak van de stranden;
  • Gebrekkig toezicht op commerciële activiteiten en naleving van vergunningsvoorwaarden;
  • Ontbreken van beveiliging en algemene veiligheid op de stranden;
  • Gebrek aan informatie en voorlichting voor bezoekers;
  • Geen goede, professionele beheersorganisatie.

Vandaag de dag zijn deze problemen nog steeds aanwezig. De uitdagingen rondom de publieke stranden zijn niet of nauwelijks aangepakt.

De toerist van vandaag stelt hogere eisen aan stranden dan de toerist van twintig jaar geleden. Toch zijn er nog steeds veel toeristen die de ongereptheid van de baaien prefereren boven een imitatie van stranden zoals Scheveningen, Miami Beach of Palm Beach op Aruba. Diversiteit is belangrijk, zodat iedere toerist kan genieten van het type strand dat hij of zij verkiest.

Ook de lokale bevolking van Curaçao is veeleisender geworden wat betreft de faciliteiten op en rondom de stranden. Veiligheid, parkeergelegenheid, toegankelijkheid, hygiëne, meer schaduw en betaalbare horecagelegenheden spelen hierbij een belangrijke rol.

Het is passend dat de uitbating van publieke stranden in handen ligt van lokale ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf, en dat het beheer van de stranden – tegen vergoeding – door buurtbewoners wordt uitgevoerd. Om te zorgen dat alle publieke stranden goed beheerd en onderhouden worden, is een eenvoudige beach management organisatie nodig, zoals twintig jaar geleden al werd voorgesteld.

Er is een dringende behoefte aan de verbetering en uitbreiding van basisfaciliteiten op en rond publieke stranden. Het betrekken van de buurt, lokale bezoekers en toeristen bij de vraag hoe zij de stranden van nu en morgen willen zien, is een essentieel onderdeel van dit proces. Het is tijd dat de overheid hiermee rekening houdt.

Private stranden mogen commercieel geëxploiteerd worden, waarbij toegang beperkt kan worden en voor faciliteiten een prijskaartje geldt. Een publiek strand daarentegen moet voor iedereen toegankelijk zijn – voor elke burger van Curaçao en voor elke toerist. Dit is een verantwoordelijkheid van de overheid, en zelfs een wettelijke verplichting, aangezien publieke stranden open moeten zijn voor het publiek. De zorg voor basisvoorzieningen en goed beheer moet zwaarder wegen dan commerciële belangen.

Het commercieel exploiteren van een openbaar strand is geen primaire taak van de overheid. De toegang en het beheer van publieke stranden daarentegen wel. Een overheidsbeleid dat commerciële belangen boven toegankelijkheid en basisvoorzieningen plaatst, is niet in het belang van Curaçao.

Roland O.B. van den Bergh
Econoom-onderzoeker en mede-auteur van het dossier over het beleid voor openbare stranden en het instellen van een beheersorganisatie in 2006. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.

Deel dit artikel