Geen categorie

Spelen óp het strand mag, maar spelen mét het strand, alleen volgens de regels

Niet de overheid maar het parlement (!) gaat over de stranden der zee. De uitroepteken staat er niet voor niets. Ministers van Curaçao geven al decennia lang strand weg aan projectontwikkelaars en andere vriendjes. Wie weet voor hoeveel. En ook nu doen de ministers van Curaçao alsof zij bepalen wat er met het strand gebeurt. Dat is dus niet zo.

door Dick Drayer*

De hekken van de verbouwer van het Marriott-hotel stonden er niet lang. Ministers en hun ambtenaren weten drommels goed dat geen enkele handeling met betrekking tot de standen der zee zonder parlementaire toestemming uitgevoerd mogen worden. Toch doet ook de vorige minister van Verkeer en Vervoer, Suzy Römer weer een verkeerde duit in het zakje door te stellen dat de overheid ‘bijzondere toestemming’ kan verlenen om een strand exclusief open te stellen voor hotelgasten.

Burgerlijk Wetboek
Het Burgerlijk Wetboek 5, artikel 26 is leidend voor wat betreft de mogelijkheden voor overheid,  bedrijven en particulieren om iets te doen met het strand. Zo staat daar dat het strand in beginsel toebehoort aan het land Curaçao, tenzij dat niet het geval is. Met andere woorden, tenzij jij kunt bewijzen dat het strand jou toebehoort.

Het tweede lid van dit artikel is van belang voor de strekking van dit verhaal. Daarin staat: “Beperking van de openbaarheid van aan het Land, of ‘een Eilandgebied’ van vóór 10-10-‘10, toebehorende stranden door vervreemding, bezwaring, ingebruikgeving of anderszins, behoeft een bij landsverordening (of eilandsverordening) te verlenen bijzondere toestemming.”

De achterliggende gedachte van de wetgever is dat de stranden van het publiek zijn, daar kom je in beginsel niet aan en daar mag de overheid niet zomaar mee spelen, ook niet ten behoeve van toerisme.’ Dit tweede lid kwant tot stand op 1 januari 2001 alle vergeven grond na die datum valt onder deze bepaling.

Landsverordening
De vraag komt dan op: zijn er de laatste 18 jaar door de overheid kuststroken die als ‘strand’ moeten worden aangemerkt verkocht of in erfpacht aan particulieren uitgegeven, bijvoorbeeld aan een hotel, zónder toestemming bij landsverordening (of eilandsverordening)?

Wat we weten van het Marriott is dat de erfpacht op het kadastrale gebied is afgegeven op basis van een landsbesluit op 12 september 2016. Ruim na de aanpassing van het BW artikel 26, waardoor het tweede lid zonder meer toepasbaar is. Maar een landsverordening is niet te vinden.Wil Marriott aanspraak maken op de ontwikkeling of afrastering van (een deel van) het erfpachtgebied dat strand bevat, dan dient niet minister Suzy Römer of haar opvolgster Zita Jezus-Leito bijzondere toestemming te verlenen, zoals zij zelf menen, maar moet zij naar de Staten:  het parlement dient bij landsverordening toestemming te geven!

Zita Jesus-Leito

Verontrustend

Met bovenstaande uitleg is het verontrustend dat de huidige minister van VVRP, Zita Jesus-Leito dingen roept op de radio die nooit door haar juristen kunnen zijn ingefluisterd. Zinnen als: ‘we moeten de historische context betrekken bij ons besluit’

Of  ‘na een nieuwe meting van de erfpachtgrond van het Marriott Hotel is gebleken dat een deel van het Sonesta-strand ook deel uitmaakt van het Marriott en wordt daarom bij het hotel getrokken’, zijn juridisch onjuist.

Dat de minister niet op de hoogte is van de wetgeving blijkt als ze ook nog stelt dat ‘er genoeg openbaar gratis strand overblijft voor het algemene publiek.’

Hoe anders heeft haar voorgangster, Suzy Römer dat in een ministeriële beschikking neergelegd, nadat Marriot een verlenging kreeg van 60 jaar voor de erfpacht. Daarin staat: ‘de erfpachter zal toestaan, dat ook anderen dan gasten verblijvende in het aan de erfpachter toebehorende hotel, zonder vergoeding gebruik kunnen maken van het strand waarop het erfpachtrecht betrekking heeft. Het strand, dient vrij, openbaar toegankelijk te zijn. Het is de erfpachter niet toegestaan het strand door middel van een afrastering of anderszins af te scheiden van aangrenzende stranden.’

Parlement
Als de regering de openbaarheid van stranden beperkt door uitgifte in erfpacht aan het Marriott, zonder daarbij de toestemming bij landsverordening verkregen te hebben, dan bepaalt Boek 3 van het BW Curaçao dat een rechtshandeling in strijd met een dwingende wetsbepaling, zoals voornoemd tweede lid, nietig is.

Het Parlement is aan zet om de minister ter verantwoording te roepen of om alsnog toestemming te geven bij wet. Spelen óp het strand mag altijd, maar spelen mét het strand alleen volgens de regels.

—–
*Raadpleging:

– Jeff Sybersma, Alle stranden moeten vrij toegankelijk
– AD, 5 november 2011, Openbaarheid van stranden Curacao
– Landsbesluit 12 september 2016
– Ministeriele beschikking 20 september 2016
– Amigoe 26 maart 2019
– AD, 23 februari 2019, Marriott krijgt deel Sonesta-strand

Deel dit artikel