Emsley Tromp zal zich de komende periode beraden op vervolgstappen om de schade als gevolg van de gerechtelijke vervolging te verhalen op het Openbaar Ministerie.

De gewezen Centrale Bankdirecteur is opgelucht dat er een einde is gekomen aan de bijna 2,5 jaar durende wat hij noemt ‘nachtmerrie’ waar hij zich als gevolg van de vervolging door het Openbaar Ministerie de afgelopen jaren in bevond.

Die trok het cassatieberoep tegen het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 13 december 2018 in. Daarin werd Tromp vrijgesproken. Volgens zijn advocaat werd de ex-Bankpresident van iedere blaam gezuiverd. Het Hof oordeelde dat Tromps belastingaangiften in orde waren, en dat er geen begin van bewijs was van enig opzet op het benadelen van het land Curaçao.

Tromp heeft de vervolging ervaren als een nachtmerrie, die volgens zijn advocaat, niet alleen tot enorme – en praktisch onherstelbare – reputatieschade heeft geleid, maar bovenal tot zijn ontslag als President van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten.