Staten kritisch over Statuut en samenwerking in Koninkrijk
WILLEMSTAD – Tijdens een technische briefing van de Staten van Curaçao met leden van de Raad van State van het Koninkrijk stonden kritische vragen centraal over de samenwerking binnen het Koninkrijk der Nederlanden. TPK-leider en Statenlid Rennox Calmes uitte zorgen over de machtsverhoudingen tussen de Koninkrijkslanden en benadrukte de noodzaak van duidelijke afspraken om samenwerking mogelijk te maken.
Volgens Calmes is het huidige Statuut, dat de verhoudingen binnen het Koninkrijk regelt, onvoldoende om samenwerking gelijkwaardig te laten verlopen. Hij wees erop dat zolang bepaalde partijen zich meer voelen dan anderen, echte gelijkheid onhaalbaar blijft. Ook sprak hij zich uit tegen het voorstel van de Raad van State om alle Koninkrijksburgers stemrecht te geven voor de Nederlandse Tweede Kamer. Calmes ziet meer in een Koninkrijksparlement waarin alle partners gelijk vertegenwoordigd zijn.
Andere Statenleden, waaronder Sheldry Osepa van de PNP, stelden vragen over de haalbaarheid en de meerwaarde van het Koninkrijk. Ze vroegen zich af in hoeverre de huidige machtsstructuur, met zestien Nederlandse ministers tegenover drie gevolmachtigde ministers van de Caribische landen, bijdraagt aan de democratische besluitvorming.
Eduard Braam van de MFK vindt dat deze machtsongelijkheid de kracht van democratische beslissingen ondermijnt. Ans-Maria Pauletta van de PPAR stelde vragen over de voordelen van het Statuut voor de inwoners van Curaçao, Aruba en Sint-Maarten, en over de oorzaken van conflicten binnen het Koninkrijk.
De discussie werd bemoeilijkt door technische problemen tijdens de vergadering, waardoor communicatie met leden van de Raad van State beperkt was. Ondanks de problemen benadrukte Paul Comenencia, staatsraad namens Curaçao, dat het belangrijk is om de uitdagingen binnen het Koninkrijk gezamenlijk aan te pakken.