Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en Nederland praten volgende week over het democratisch tekort
Geschatte leestijd: 2 minuten
Op 12 en 13 januari overleggen de premiers van Aruba, Curaçao Sint Maarten en staatssecretaris Alexandra van Huffelen over het Democratisch Tekort in het Koninkrijk.
Met het democratisch tekort wordt gedoeld op het ontbreken van een parlementaire werking op koninkrijksniveau. Hierdoor komen de standpunten over koninkrijksaangelegenheden van niet alleen Nederland, maar vooral die vanuit de drie andere Caribische landen binnen het koninkrijk onvoldoende aan bod.
De landen vinden dat Nederland bij verschillende gelegenheden het land is dat beslissingen oplegt en neemt. Tijdens de pandemie hebben de landen van het Koninkrijk der Nederlanden dit meer dan ooit gevoeld.
Koninkrijksregering
Het Koninkrijk wordt formeel bestuurd door een Koninkrijksregering, die is samengesteld uit de Nederlandse regering plus de gevolmachtigde ministers van de drie overige landen. De positie van deze gevolmachtigde ministers is niet gelijk aan die van de andere ministers; zij kunnen geen wetsvoorstellen voorleggen aan het parlement en mogen geen wetten medeondertekenen.
Maar het grootste probleem in de staatkundige structuur van het Koninkrijk vanuit democratisch oogpunt, is dat de Koninkrijksregering geen wetgevend equivalent heeft.
Er bestaat niet zoiets als een Koninkrijksparlement. In de praktijk controleren de Nederlandse Staten-Generaal de (Koninkrijks)regering, maar voor dit parlement hebben de burgers van de drie Caribische landen geen actief kiesrecht.
Het Nederlandse parlement ratificeert dus wetten en internationale verdragen die voor het gehele Koninkrijk gelden, terwijl de ingezetenen van de Caribische delen van het Koninkrijk geen invloed hebben op de samenstelling van dit parlement.
De afzonderlijke Staten van de Caribische Landen kunnen bovendien de Koninkrijksregering niet controleren, en deze regering is aan hen geen verantwoording schuldig.
Geschillenregeling
Premier Evelyn Wever-Croes heeft gezegd dat dat het voor Aruba essentieel is om, indien het wegwerken van het democratisch tekort niet op korte termijn mogelijk is, te beginnen met een bindende geschillenregeling.