Curaçaose rechter: veroordeling blokkeert weg naar ministerschap voor Ramon Chong
WILLEMSTAD – Ramon Chong is terecht niet voorgedragen als minister van Economische Ontwikkeling bij de kabinetsformatie van de regering Pisas I. Dat oordeelt de rechter in Eerste Aanleg op Curaçao. Chong werd in 2003 veroordeeld voor ambtelijke corruptie.
Chong was van mening dat zijn veroordeling voor een misdrijf hem niet zou mogen diskwalificeren voor een ministerschap, onder andere wegens verjaring. Maar het gerecht oordeelde dat de bestaande wettelijke integriteitseisen, zoals opgenomen in de screeningswet, zowel redelijk als in overeenstemming zijn met de Staatsregeling van Curaçao en internationale overeenkomsten.
De kern van de zaak draaide om Chongs voordracht als kandidaat voor de functie van minister van Economische Ontwikkeling na de statenverkiezingen in maart 2021. Een justitieel onderzoek onthulde Chongs eerdere veroordeling.
2003
Justitie kwam destijds in actie na tips dat meerdere gedeputeerden van het Eilandgebied Curaçao smeergeld hadden aangenomen van de Antillen NV. Ook zou smeergeld ontvangen zijn bij het aantrekken van een buitenlandse partner voor de Post Nederlandse Antillen NV.
Chong werd valsheid in geschrifte, oplichting en het aannemen van smeergeld ten laste gelegd. Net als politieke tijdgenoten, Anthony Godett en Nelson Monte. Godett moest een jaar later zelfs afzien van het premierschap.
De smeergeldaffaire bestond destijds omdat De Antillen NV de opdracht had gekregen om wegen en parkeerplaatsen aan te leggen op de luchthaven Hato.
Gedrag
Het gerecht benadrukt opnieuw het belang van integriteit en onbesproken gedrag voor politieke ambtsdragers om het publieke vertrouwen in de rechtsstaat te behouden. De aanwezigheid van Chong in de justitiële documentatie, in combinatie met de ernst van het misdrijf, werd gezien als een geldige reden om hem niet als minister voor te dragen. “Daarbij is voorts van belang dat de aard van het door Chong gepleegde misdrijf zich slecht verhoudt met een benoeming tot minister”, aldus rechter Nijhuis.
Als reactie op de rechtelijke uitspraak heeft Ramon Chong via zijn vertegenwoordigers, Soliana Bonapart & Aardenburg, laten weten dat hij vragen heeft bij enkele principiële aspecten van de beslissing. Hij benadrukt dat, ondanks een veroordeling tot een voorwaardelijke straf van twee maanden zonder gevangenisstraf, taakstraf, boete, of stemrechtenbeperking, hij zich bezwaard voelt door een levenslange veroordeling voor een daad uit het verleden, vóór de invoering van de “Landsverordening Integriteit (kandidaat) Ministers”.
Chong en zijn juridische team overwegen beroep aan te tekenen tegen de uitspraak en hebben besloten geen verdere publieke verklaringen af te leggen op advies van hun advocaten en adviseurs.