Politie en Justitie

Dood Colombiaanse vrouw onder Curaçaose politietoezicht roept ernstige vragen op

Foto: Archief

WILLEMSTAD – Het recente incident waarbij een Colombiaanse vrouw is overleden onder toezicht van de Curaçaose immigratie-autoriteiten, roept niet alleen veel vragen op, maar werpt ook een schaduw over de manier waarop de autoriteiten hebben gehandeld en gecommuniceerd met het publiek en de pers. Wat moest er verborgen worden gehouden?

Redactioneel commentaar | Dick Drayer

Leana Carbonell Alvarado, een 46-jarige vrouw van Colombiaanse afkomst, vertrekt op 30 september 2024 met een Corendon-vlucht van Curaçao naar Nederland. Bij aankomst op Schiphol wordt haar de toegang tot Nederland geweigerd. Leana wordt direct op een terugvlucht gezet naar Curaçao, waar ze op 1 oktober arriveert.

Bij aankomst op Hato International Airport wordt ze door de Curaçaose politie en immigratieautoriteiten aangehouden. Getuigen melden dat ze er op dat moment al niet goed uitziet. Ondanks haar verslechterde toestand wordt ze met een arrestantenwagen naar de vreemdelingenbarakken bij de SDKK-gevangenis gebracht.

Detentiecentrum

Eenmaal daar wordt ze onderzocht door de immigratiedienst en vervolgens in een isoleercel geplaatst. Andere migranten die ook worden opgehouden in het detentiecentrum verklaren dat Leana herhaaldelijk aangeeft zich ziek te voelen en moeite heeft met ademhalen, maar dat haar oproepen om hulp worden genegeerd.

- tekst gaat verder onder de advertentie -
Napa

Haar gezondheid blijft achteruitgaan, en in de ochtend van 2 oktober is haar toestand zichtbaar zorgwekkend. Rond 15:30 uur wordt Leana door een bewaker ondersteund omdat ze nauwelijks kan staan en haalt zij diep adem met haar hand op haar borst. Desondanks geeft een leidinggevende de bewaker de opdracht haar snel te transporteren, met de opmerking: “Breng haar vlug, ze is show aan het doen.” Of ze gezien is door een arts, wordt niet duidelijk.

Tijdens het transport naar de luchthaven voor haar deportatie naar Colombia, gaat het opnieuw mis. Maar nu met onomkeerbare gevolgen. Leana overlijdt in de arrestantenwagen of later op de luchthaven. Ook dat is niet duidelijk.

Later

Drie dagen later, op 5 oktober, krijgt Curacao.nu via haar eigen netwerk te horen dat er een vrouw is overleden onder toezicht van de immigratieautoriteiten. Tot die tijd is er geen officieel persbericht uitgebracht. Na contact met de verantwoordelijke minister van Justitie, Shalton Hato, die gelijk zegt dat er niemand is overleden in het detentiecentrum, wordt bevestigd dat een vrouw in transito is overleden. Verder kan de minister geen mededelingen doen vanwege de privacy van de betrokken vrouw.

De redactie van Curaçao.nu schrijft met de app naar de minister gelijk ook alle betrokken diensten in de Justitiele keten aan. Het vermoeden bestaat dat er niet transparant wordt gecommuniceerd door de overheid en dan helpt het als de bemoeienis van de pers overal gevoeld wordt.

En dat blijkt. Precies twee uur en 32 minuten later verspreidt de politie van Curaçao een persbericht, waarin wordt gemeld dat de vrouw een ‘natuurlijke dood’ is gestorven en dat dat gebeurde volgens de politie op de luchthaven Hato. “Nadat ze zich niet lekker voelde op de luchthaven, kreeg ze eerste hulp, maar zonder het gewenste resultaat. In verband met haar overlijden werd er een autopsie uitgevoerd op het lichaam, en het resultaat van de autopsie concludeerde dat de vrouw onder natuurlijke omstandigheden is overleden”, zo staat in het persbericht van de politie.

De berichtgeving door de autoriteiten was vanaf het begin minimaal. Het duurde drie dagen voordat de pers op de hoogte werd gebracht van het incident, en pas na aandringen werd een persbericht uitgestuurd door het Korps Politie Curaçao. Dat het persbericht er pas kwam nadat journalisten van Curaçao.nu de autoriteiten hadden gecontacteerd, maakt de vraag naar transparantie des te dringender.

Vragen

  1. Waarom heeft het drie dagen geduurd voordat er een persbericht is uitgebracht, terwijl het overlijden al op 2 oktober plaatsvond?
  2. Waarom werd er geen open kaart gespeeld door de politie en justitie vanaf het moment dat de vrouw in het detentiecentrum werd opgenomen?
  3. Waarom wordt een niet-visumplichtige buitenlander vastgezet in het detentiecentrum?
  4. Hoe lang verbleef zij op Curaçao, voordat zij een vlucht naar Nederland nam?
  5. Waar en hoe laat is de vrouw overleden?
  6. Wat waren precies de medische bevindingen van de autopsie, en hoe strookt dat met de getuigenverklaringen over haar verslechterende gezondheid tijdens haar detentie?
  7. Welke medische hulp heeft de vrouw daadwerkelijk ontvangen gedurende haar hele verblijf op Curaçao en waarom zijn de herhaalde oproepen om medische hulp genegeerd?
  8. Waarom was er geen adequate medische begeleiding tijdens haar transport naar de luchthaven, ondanks het feit dat getuigen meldden dat zij nauwelijks kon staan en ademhalen?

Conclusie

Hoewel het autopsierapport concludeert dat Leana Carbonell Alvarado een ‘natuurlijke dood’ stierf, blijft het handelen van de politie en immigratiedienst omgeven door onduidelijkheden. De getuigenverklaringen over haar medische toestand roepen vragen op over de manier waarop de autoriteiten met haar gezondheidssituatie zijn omgegaan. Het feit dat er geen tijdige en volledige openheid van zaken is gegeven aan het publiek, versterkt het gevoel dat er iets te verbergen viel.

De verantwoordelijke minister, Shalton Hato, wees in zijn eerste reactie op het lopende onderzoek en de privacy van de overledene als redenen voor het gebrek aan informatie. Maar dit verklaart niet waarom het drie dagen duurde voordat een persbericht werd verstuurd, en waarom de pers en het publiek in eerste instantie buiten de zaak werden gehouden.

De vraag blijft waarom er geen open kaart is gespeeld vanaf het begin. Transparantie en communicatie zijn essentieel voor het vertrouwen in publieke diensten, vooral wanneer het gaat om kwetsbare personen zoals migranten in detentie. Het uitblijven van tijdige informatie versterkt speculaties en ongerustheid in de samenleving, en dat is een verantwoordelijkheid waar zowel de politie als de minister van Justitie zich bewust van moet zijn.

Deel dit artikel