Nieuwe Caribische Gulden: een ode aan de onderwaterwereld (10g)
WILLEMSTAD – 2025 wordt het jaar van het nieuwe geld met de introductie van de Caribische Gulden. De nieuwe serie bankbiljetten is geïnspireerd op de ‘Wereld Onder de Zee’. De voorkant van de biljetten toont de kleurrijke onderwaterfauna van Curaçao en Sint Maarten, als symbool van de verbondenheid tussen beide landen. De unieke diversiteit aan zeedieren herinnert, volgens de Centrale Bank, aan de kracht van samenwerking en gedeelde doelen, ondanks de eigen identiteit van elk land.
Op de achterkant van de biljetten staan belangrijke historische en culturele bezienswaardigheden van Curaçao en Sint Maarten afgebeeld.
Bijzonder aan deze nieuwe serie is het ontwerp: de voorkant heeft een traditionele horizontale lay-out, terwijl de achterkant verticaal georiënteerd is. Het is de eerste keer dat er biljetten met een verticale achterkant worden uitgegeven in Curaçao en Sint Maarten.
De serie van de Caribische gulden omvat vijf biljetten met de volgende coupures: 10 Cg, 20 Cg, 50 Cg, 100 Cg en 200 Cg. Elk biljet heeft een eigen kleur.
Vandaag de kleinste denominatie: tien gulden
Het tien-Caribische-guldenbiljet is overwegend geel en heeft op de voorkant de afbeelding van de grijze keizersvis en op de achterkant de vuurtoren van Klein Curaçao.
De grijze keizersvis kan tot zestig centimeter lang worden. Deze soort heeft een schijfvormig lichaam met een relatief grote kop. Volwassen grijze keizersvissen zijn lichtgrijs met overal zwarte vlekken, terwijl hun kop lichtgrijs is met een nog lichtere mond. Jonge exemplaren zijn daarentegen zwart met vijf felgele strepen die verticaal over hun lichaam lopen.
Jonge exemplaren worden meestal gevonden op het rif of in zeegrasbedden, waar ze werken bij “schoonmaakstations” zoals schoonmaakgarnalen ook doen, om grotere vissen van parasieten te ontdoen. Volwassen exemplaren bewonen meestal riffen en kunnen worden gevonden op diepten tot dertig meter.
De koninginneschelp is een slak die voornamelijk leeft in zeegrasbedden en op zandplaten en behoorlijk groot kan worden. Volwassen slakken kunnen ongeveer 35 centimeter lang worden. Deze slakken zijn herbivoor en voeden zich met plantaardig materiaal dat tussen het zeegras wordt gevonden. De koninginneschelp wordt steeds zeldzamer in veel delen van het Caribisch gebied omdat het vlees ervan als een delicatesse wordt beschouwd en vaak op borden wordt gevonden. Daarom zijn er verschillende initiatieven om ze in gevangenschap te kweken voor voedselproductie of ze weer in het wild uit te zetten. Er zijn nauwelijks nog echte volwassen exemplaren over in de binnenwateren van Curaçao.
Achterzijde
De vuurtoren van Klein Curaçao op de achterkant van het biljet is een iconisch gebouw dat al van veraf te zien is als je het kleine eiland per boot nadert. Hoe dichter je bij het eiland komt, hoe duidelijker het wordt dat zelfs in deze moderne tijd zo’n vuurtoren essentieel is om het vlakke Klein Curaçao per boot te vermijden.
De vuurtoren is uitgerust met een ledlamp die ’s nachts nabijgelegen schepen waarschuwt voor de gevaarlijke kustlijn van het kleine eiland. Het gebouw is een officieel monument dat in 1877 werd gebouwd als gevolg van het grote aantal scheepswrakken dat toen plaatsvond, na de vernietiging van de vorige vuurtoren door een orkaan dat jaar. Sindsdien is de vuurtoren meerdere keren herbouwd en gerenoveerd. Het is nu leeg en open voor toeristen.
Op 31 maart van 2025 wordt dit biljet in circulatie gebracht.
- Morgen: Twintig gulden
Munten
Op de Cg 5- en Cg 1-guldenmunten prijkt de beeltenis van koning Willem-Alexander, met de woorden ‘Koning der Nederlanden’. De keerzijde van de munten verschilt per eiland: die van Sint Maarten toont het nationale wapen met groene zeeschildpadden, terwijl de Curaçaose variant het eiland zelf afbeeldt, omringd door golven gevormd door het woord ‘Curaçao’, compleet met twee groene zeeschildpadden.
De lagere denominaties, van 1 cent tot 50 cent, tonen een Oranjebloesem aan de voorzijde. Op de achterzijde staat ‘Curaçao’ of ‘Sint Maarten’, met in het ontwerp subtiele verwijzingen naar de onderwaterwereld en de historische datum 10-10-10, de dag waarop beide landen hun autonome status binnen het Koninkrijk der Nederlanden kregen.
Omwisselen
Burgers en bedrijven hebben tot 30 juni 2025 de tijd om contante betalingen te verrichten met de huidige Antilliaanse gulden (ANG). Na deze datum moeten alle contante transacties in de nieuwe Caribische gulden plaatsvinden. Daarnaast biedt de Centrale Bank de mogelijkheid om ANG-biljetten om te wisselen bij lokale banken tot 31 maart 2026 en bij de Centrale Bank zelf tot 31 maart 2055.
De omwisselverhouding tussen de Antilliaanse gulden en de Caribische gulden zal één op één zijn, wat de overgang voor de bevolking en het bedrijfsleven zo soepel mogelijk moet maken. Ook de wisselkoers tussen de Amerikaanse dollar en de nieuwe Caribische gulden is vastgesteld: 1 USD staat gelijk aan 1,79 cG.