Nieuws Curaçao

Nina Ansary opent in de Verenigde Staten aanval op Centrale Bank

WILLEMSTAD – Nina Ansary heeft in Amerika een rechtszaak aangespannen tegen de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten. Die zou inbreuk hebben gemaakt door onteigening van haar activa.

In haar klacht van 17 januari beroept de dochter van Hushang Ansary zich op een Vriendschaps-, Handels- en Scheepvaartverdrag uit 1956 tussen de Verenigde Staten van Amerika en het Koninkrijk der Nederlanden. 

Ansary eist een schadevergoeding van ten minste 110 miljoen dollar omdat de Centrale Bank meerdere malen het Vriendschapsverdrag heeft geschonden met betrekking tot haar minderheidsbelang in Parman International BV, waaronder ook Ennia valt.

Nina Ansari beweert dat ze een belang van 15,9 procent in Parman bezit, samen met andere Amerikaanse aandeelhouders, waaronder haar vader Hushang Ansary, die in de klacht wordt beschreven als de meerderheidsaandeelhouder van Parman.

Noodregeling

Volgens de klacht heeft de Centrale Bank in juli 2018 een nood-machtiging verkregen van Curaçaose rechtbanken om de verzekeringsactiviteiten van Parman over te nemen, op grond van niet-naleving van de wettelijke vereisten met betrekking tot het kapitaal van Ennia. De overname had tot doel deze activiteiten te herstructureren, met name door een deel van de activa van de groep in de VS terug te krijgen.

Toch, zo betoogt Ansary, heeft de Centrale Bank tot nu toe geweigerd dit plan uit te voeren en de geherstructureerde bedrijven niet terug te geven aan hun aandeelhouders, en er de voorkeur aan gegeven de activa enkele jaren vast te houden.

Nina Ansary voert aan dat de aandeelhouders lange tijd in het ongewisse zijn gelaten over het lot van de activa en pas onlangs hebben vernomen dat de meeste activa al lang solvabel zijn – en dus hadden kunnen worden teruggegeven. 

In deze context beweert Ansary dat het de bedoeling van de Centrale Bank is om de activa voor haar eigen economische en politieke doeleinden te verduisteren.

Activa

De activa omvatten aandelen in Banco di Caribe, die tegen een naar verluidt lage prijs werd verkocht aan een lokale zakenman die volgens Ansary banden heeft met de directeur van de Centrale Bank. 

Tot de activa behoort ook Mullet Bay op Sint Maarten, dat lokale politici hebben geprobeerd ‘terug te geven aan de mensen’ – zoals blijkt uit een speciale onderzoekscommissie die is ingesteld door het parlement in Philipsburg – een doel dat volgens Ansary waarschijnlijk zal worden gefaciliteerd door het huidige management van de Centrale Bank.

Nina Ansary schat haar verliezen als gevolg van deze gebeurtenissen op niet minder dan 110 miljoen dollar.

Volgens de klacht kwalificeert het gedrag van de Centrale Bank als een onteigening die in strijd is met het internationaal gewoonterecht, dat voorziet in een rechtsvordering onder het Amerikaanse gewoonterecht. 

Voor Nina Ansary is haar belang van 15,9% in Parman onteigend, aangezien de activa van het conglomeraat onder volledige controle staan ​​van de Centrale Bank. Ze voegt eraan toe dat de onteigening geen algemeen belang had en niet gepaard ging met enige compensatie.

Deel dit artikel