VS: Curaçao maakt geen vordering in de strijd tegen mensenhandel
Willemstad – Het Curaçaose overheidsbeleid om mensenhandel te bestrijden voldoet ook dit jaar niet aan de minimumnormen en er worden opnieuw onvoldoende inspanningen geleverd om dit probleem aan te pakken. Hierdoor blijft Curaçao staan op het niveau van vorig jaar, toen het degradeerde van Tier 2 naar Tier 3 in de beoordeling van de mensenhandelbestrijding door de Verenigde Staten.
Hoewel de overheid enkele stappen heeft gezet om mensenhandel aan te pakken, zoals het bieden van steun aan drie slachtoffers die deelnemen aan juridische procedures tegen mensenhandelaren, het compenseren van twee slachtoffers van seksuele uitbuiting en het verlengen van het nationale actieplan dat in december 2021 afliep, zijn er vooral tekortkomingen.
Zo heeft de regering geen mensenhandelaren veroordeeld en zijn er geen slachtoffers geïdentificeerd. Bovendien blijft buitenlandse slachtofferhulp, inclusief verblijfsvergunningen, afhankelijk van medewerking met wetshandhavingsinstanties in zaken tegen mensenhandelaren. Gebrek aan financiering vormt een belangrijke belemmering voor krachtige inspanningen in de bestrijding van mensenhandel. De Curaçaose autoriteiten verwarren ook vaak mensenhandel met mensensmokkel, wat de effectiviteit van vervolging, preventie en bescherming belemmert.
Aanbevelingen
Het Amerikaanse TIP-rapport doet aanbevelingen om de situatie te verbeteren. Zo wordt de regering opgeroepen om meer inspanningen te leveren om slachtoffers te identificeren, met name door proactieve screening van kwetsbare groepen zoals migranten en personen in de seksindustrie.
Slachtoffers moeten ook toegang krijgen tot diensten en legale alternatieven voor deportatie, vooral wanneer ze in hun thuisland gevaar lopen. Verder moet de regering gedetineerde migranten regelmatig screenen op tekenen van mensenhandel en het personeel van detentiecentra trainen in procedures voor slachtofferidentificatie.
Ook moet de regering zich houden aan de bedenktijd voor slachtoffers en hen doorverwijzen naar beschermingsdiensten zonder dat ze eerst moeten instemmen met een strafrechtelijk onderzoek.
Het rapport benadrukt verder dat er meer moet worden gedaan om mensenhandelaren te vervolgen en te veroordelen, inclusief medeplichtige ambtenaren, met aanzienlijke gevangenisstraffen als gevolg.
De autoriteiten moeten ook de procedures voor slachtofferidentificatie en doorverwijzing onder alle wetshandhavingsinstanties verspreiden en het personeel hierin trainen. Er moet gespecialiseerde zorg en hulp worden geboden aan slachtoffers van mensenhandel, inclusief mannelijke slachtoffers.
Voldoende middelen moeten worden toegewezen aan inspanningen die bestrijding van mensenhandel tot doel hebben, waaronder beschermingsdiensten en financiering voor de volledige uitvoering van het nationale actieplan.
Preventie
Ook moet de overheid haar inspanningen op het gebied van preventie opvoeren. De coördinator mensenhandel leidt de interdepartementale taskforce voor mensenhandelbestrijding, maar heeft ook andere voltijdse verantwoordelijkheden.
Er moeten toegewezen middelen zijn voor anti-mensenhandel-inspanningen, maar deze zijn mogelijk niet volledig toegewezen vanwege bezuinigingen binnen de overheid. Een nieuw actieplan voor 2022-2026 wordt ontwikkeld, terwijl het oude actieplan van 2017-2021 voorlopig is verlengd.
De regering moet meer bewustzijn creëren over mensenhandel en gerichte middelen en trainingen bieden om kwetsbare gemeenschappen te bereiken. Ook moeten autoriteiten het gebruik van mensenhandel in de seksindustrie ontmoedigen. Verder moet er betere coördinatie en informatie-uitwisseling zijn met anti-mensenhandel partners binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
Uitbuiten
In de afgelopen vijf jaar is gebleken dat mensenhandelaren zowel binnenlandse als buitenlandse slachtoffers in Curaçao uitbuiten. Onder andere Venezolaanse migranten zijn kwetsbaar voor zowel seksuele als arbeidsuitbuiting. Tijdens de COVID-19-pandemie namen de activiteiten van mensenhandelaren toe, vooral individuele mensenhandelaren die zelfstandig handelden.
Slachtoffers zijn afkomstig uit verschillende landen, waaronder Curaçao, de Dominicaanse Republiek en Venezuela. Vrouwen en meisjes worden vaak uitgebuit in de seksindustrie, terwijl migranten uit andere Caribische landen, Zuid-Amerika, China en India worden uitgebuit in huishoudelijk werk en gedwongen arbeid in verschillende sectoren.