Curaçao mag voorstel doen om Hoge Raad ‘Caribischer’ te maken
Tijdens het Justitieel Vierpartijen Overleg in juni is besloten dat Curaçao in januari een voorstel mag indienen voor de Caribisering van de Hoge Raad der Nederlanden. Dit proces houdt in dat er een lid van de Hoge Raad afkomstig kan zijn uit de Caribische delen van het Koninkrijk, zoals Curaçao, Aruba of Sint Maarten. Dit moet zorgen voor een betere afspiegeling van de Caribische context in de rechtspraak van het hoogste rechtscollege van Nederland.
De Caribisering is gebaseerd op artikel 23 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Dit artikel biedt de mogelijkheid voor de Caribische landen om een eigen lid of adviserend lid toe te voegen aan de Hoge Raad, mits zij dit verzoeken. De minister van Justitie, Shalton Hato, stelt voor om gebruik te maken van deze bepaling, met als doel dat de bijzondere sociale en maatschappelijke omstandigheden in de Caribische regio beter worden meegenomen in juridische uitspraken.
Het belang van Caribisering ligt in het feit dat rechters, bij het toetsen van wetgeving en bij het doen van uitspraken, rekening moeten houden met de specifieke context en realiteiten van de Caribische samenlevingen. Dit kan een meer evenwichtige rechtspraak bevorderen die beter aansluit op de behoeften van de eilanden. Daarnaast versterkt het de representatie van de Caribische landen binnen het Koninkrijk.
Het Justitieel Vierpartijen Overleg heeft positief gereageerd op het initiatief van Curaçao en staat toe dat er in januari 2025 een voorstel voor de contouren van deze Caribisering wordt gepresenteerd. Het plan zal verder worden uitgewerkt met als doel een inclusiever en meer regionaal betrokken rechtsstelsel te creëren binnen het Koninkrijk der Nederlanden.