Europees noodreisdocument: nieuwe regels voor consulaire bescherming
DEN HAAG – De Rijkswet consulaire bescherming EU-burgers wordt aangepast om de rechten van niet-vertegenwoordigde EU-burgers in derde landen beter te waarborgen. Het wetsvoorstel, dat is gebaseerd op de EU-noodreisdocumentrichtlijn, legt vast hoe en wanneer een Europees noodreisdocument wordt verstrekt.
Het document biedt een oplossing voor EU-burgers wier paspoort in een derde land verloren, gestolen of vernietigd is, of niet tijdig vervangen kan worden. In zulke gevallen kunnen zij een EU-noodreisdocument aanvragen bij een diplomatieke vertegenwoordiging van een andere EU-lidstaat. Volgens de nieuwe richtlijn moet dit binnen zeven werkdagen na de aanvraag worden afgegeven.
Voor Nederlanders uit het Caribisch deel van het Koninkrijk, zoals Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, blijft het mogelijk om aanspraak te maken op een EU-noodreisdocument in derde landen waar geen Nederlandse vertegenwoordiging is. Voor deze inwoners verandert er niets in de praktijk, aangezien het Nederlanderschap hen toegang geeft tot deze consulaire bescherming.
De Raad van State adviseerde enkele aanpassingen in het wetsvoorstel, waaronder het verduidelijken van het begrip “niet-vertegenwoordigde EU-burger” en het vastleggen van bewaartermijnen voor persoonsgegevens. Deze adviezen zijn opgenomen in de definitieve tekst van de wet.