WILLEMSTAD – Herfinanciering van een deel van de Curaçaose schuld aan Nederland levert geen 18,8 miljoen gulden op, zoals minister van Financiën, Javier Silvania staatssecretaris Alexandra van Huffelen had voorgerekend.
Dat valt op te maken uit het antwoord van Van Huffelen op de een brief, waarin Silvania gevraagd had een deel van de schulden uit de periode 2010 tot 2014 te herfinancieren tegen een lagere rentepercentage.
Aflossing
De gedachte dat voortijdige aflossing en herfinanciering voor Nederland geen financiële gevolgen zou hebben, gaat volgens Van Huffelen niet op. Over leningen aan Curaçao wordt door Nederland wel degelijk rente betaald.
Die rente is onderdeel van de Nederlandse begroting. Den Haag betaalde in 2021 over haar totale staatsschuld ruim vier miljard euro aan rente. De rente die Curaçao aan Nederland betaalt, draagt volgens de staatssecretaris dus bij aan de bekostiging van de rentelasten van de Nederlandse Staatsschuld.
Renteboete
Afzien van deze rente betekent een financieel nadeel voor Nederland. Volgens Van Huffelen kan herfinaciering wel plaatsvinden, maar het eventuele rentevoordeel valt in het niet bij de renteboete die zou moeten worden betaald bij vervroegd aflossen. De renteboete is net zo groot als de misgelopen rente-inkomsten.
Daar komt nog bij dat Curaçao waarschijnlijk geld zal moeten lenen om die renteboete te kunnen betalen en daarmee zou de staatsschuld weer verhoogd worden.
Niet doen dus, concludeert de staatssecretaris. Van Huffelen onderkent dat haar berekening mogelijk niet het antwoord is, dat Silvania had gehoopt te krijgen en zegt daarom toe dat de houdbaarheid en financiering van de totale overheidsschuld kunnen worden besproken in de gesprekken die volgend jaar volgen als de in 2023 aflopende liquiditeitsleningen op de agenda staan.
