‘Tumba is acrobatisch en agressief’
WILLEMSTAD – Afgelopen zaterdag vierde Curaçao de opening van het carnavalsseizoen met een spectaculaire ode aan 30 jaar Tumba-historie. Bij de Curaçao Airport Dome bracht onder andere het Randal Corsen Orchestra samen met acht Tumba-kampioenen de hoogtepunten van drie decennia Tumba tot leven. Het evenement combineerde deze muzikale traditie met moderne invloeden, waardoor jong en oud samenkwamen om het culturele erfgoed van Curaçao te vieren.
door | May Peters
Trombonist; teacher; workshop leader
Fundashon Desaroyo Karnaval Kòrsou (FDKK) opende het carnavalsseizoen op een vernieuwende wijze, met louter lokale artiesten. Een Jump Up (Kinder optocht) een Tiener Parade en een Parada di Adulto die onder de opzwepende klanken van roadfire aankwamen op de Curaçao Airport Dome, waar de High Way Band hun opwachtte in de Outdoor Area.
Binnen in de airconditioning warmden DJ Krokzz & MC Don T de carnavalisten op in de gigantische hal, die jammer genoeg de acoustiek heeft van een zwembad, ook als ze drie kwart gevuld is, met een voornamelijk jong publiek.
De Highway band opende en tijdens de bandwisseling zweepten de twee dj’s het publiek op, waarna ERA, Gio en rapper Dongo hun grootste hits voor het voetlicht brachten. One sloot de succesvolle avond met Danza Koduro, Ayo bonochi en had geweldig succes met een Roadjam One 2024. Uiteraard begeleidden ze hun twee Tumba winnaars: Raey Lauffer met Kaminda tin huma tin kandela (2023) en Adjatay, de Tumba Koning 2024 met Tera Kordami.
Tumba legendes
Een speciale plek nam het concert van het Randal Corsen Orchestra in. Hij stelde een set met louter tumba’s samen, gezongen door acht Tumba-winnaars, waarvan zes meervoudige Tumba Koningen en -Koningin. Deze maakten een feest van dertig jaar Tumba historie. “Je moet niet alleen goed kunnen zingen”, zegt Corsen: “Je moet zo’n nummer trekken. De tumba heeft een bepaalde rauwheid, een kracht, waardoor je mensen opzweept. De muziek moet jou staande houden in de optocht. En het is te gek dat Tumba mensen nog zo in beweging kan brengen.’
Gibi Dora begaf zich als eerste, met Habri Sera uit 1984 op het lange podium tussen het publiek. Omdat er geen bladmuziek meer was, heeft Corsen de muziek opnieuw uit moeten schrijven, om zo de originele componisten en arrangeurs een eerbetoon te geven.
Ook de voetstappen van de Dinosouro van Mr. Saab uit 1994 deed de bodem van de ‘dome’ op zijn grondvesten schudden. Wat heerlijk om te zien dat deze oude Tumba Classics door iedereen werd meegezongen.
Meervoudig Tumba Koning Farley Lourens vertolkte Lòs Laga Bai uit 2005 en la grande dame Elia Isenia, aan wie het Tumba Festival 2025 wordt opgedragen kreeg een oorverdovend applaus na haar Mi pueblo a mandami uit 2010. Ze is zoals altijd een prachtige verschijning en een krachtige soliste.
Hendrik de Windt trok nog een keer de stoute schoenen aan met Sapatu uit 2011 en Urvin Jano had nog steeds een universele boodschap voor ons eiland Sende Lus pa Korsou (2018). Het was ook nu weer een genot om het arrangement van Gregory Colina te spelen uit 2014 van Submarino, waar Ike Jeserun in 2014 Tumba Koning mee werd.
Het dak ging eraf bij de jeugd bij Rei di Tumba Dibo Doran (2019) met Kòrsou na den su Gloria.
Geen Karnaval zonder Tumba
“De Tumba is ons cultureel erfgoed!”, zegt Randal Corsen. “Dit concert laat eens te meer zien dat je alleen aan tumba genoeg hebt. Bovendien wordt een tumba vaak ingekort. Dat is zonde van de tijd die is besteed aan de arrangementen. Het klinkt bijna nooit in zijn volle glorie. Maar wel vanavond, want het orkest bestaat uit 18 musici! Een combinatie van veteranen en jongere musici.”
Wat het volgens Corsen extra bijzonder maakt is dat alle vijf blazers hier woonachtig zijn. “Trompettisten Gerty Ignacio, Renan Alberto en Aldrin Cornelia; Trombonisten Rolando Cornelia en May Peters. Dus de nummers komen goed tot hun recht!”
Arrangementen
Als trombonist op het Tumba Festival sinds 1994 heeft ondergetekende de tumba zien veranderen Het wordt er niet gemakkelijker op en niet alleen door de arrangementen, maar vooral door het volume en tempo, laat staan het repetitie tijdstip (vaak tot midden in de nacht….)
Randal Corsen, die vijf jaar als arrangeur, bandleider in de Top 5 op het Tumba Festival stond beantwoordt mijn grote vraag: “Waarom?”
“De realiteit is dat de tumba impact moet maken in het stadion. Het moet allemaal erg ‘gehypt’ zijn. Vandaag de dag is de spanningsboog niet meer zo lang. We leven in een zap cultuur. Je moet dus veel kicks en breaks verzinnen.”
“Als musicus zoek je grenzen op. Mijn voorbeeld Doble R nam ook risico’s. Zijn arrangementen waren ingenieus en gecompliceerd. Maar dat heeft altijd iets opgeleverd. Als arrangeur heb je twee keuze’s: Je bent een toonzetter of je volgt de trend. Daar zoek je een balans tussen. Jíj bedient de zanger, aldus Corsen.”
Acrobatisch en agressief
De laatste jaren is de tumba, volgens Corsen, acrobatisch en agressief geworden. “En soms slaan we door, maar dan win je het festival niet! Het volk is de doorslaggevende factor. Men moet zich met de tumba kunnen identificeren, qua thema, qua kick. De jury houdt terecht veel rekening met het publiek. Je hebt bepaalde tendensen. Wat is het tempo waarop mensen willen dansen? Je kunt dynamiek invoeren en een langzamer tempo spelen, maar de tumba die resoneert bij het publiek wint het.”
“Ik ben ook verheugd dat er goede arrangeurs in mijn band meespelen, zoals bassist Ravello Antoin en drummer Lonte Conradus. Ze hebben een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de tumba en geven wat meer gewicht.”
Corsen legt verder uit: “De urban muziek van rapper Dongoen en de roadfires zijn heel populair onder jongeren, zoals we zagen zaterdagavond. En dat is prima, maar tumba werkt ook. Het publiek zingt mee. Tumba is tijdloos! Maar je moet de Tumba marketen, ook gedurende het jaar. Laat zien dat het belangrijk is in onze cultuur en maak daar ruimte voor vrij. De organisatie moet het promoten. Daarom is het Jongeren Tumba Festivals ook zo belangrijk.”