Van Huffelen praat op Curaçao over slavernij
WILLEMSTAD – Staatssecretaris Alexandra van Huffelen gaat vandaag op Curaçao in gesprek over het Nederlandse slavernijverleden, een maand voordat het kabinet volgens Haagse bronnen hier excuses voor zal aanbieden.
Gezien dat laatste nog niet officieel is bevestigd, wil haar woordvoerder niet zeggen of dit zal worden besproken met de aanwezige vertegenwoordigers van de eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk.
Het laatste jaar hebben Nederlandse en Caraïbische politici geregeld van gedachten gewisseld over het slavernijverleden. In de zomer heeft een delegatie van Tweede Kamerleden een bezoek gebracht aan Suriname, Curaçao en Bonaire om zich voor te bereiden op het herdenkingsjaar 2023.
Dan wordt er uitgebreid bij stilgestaan dat slavernij 150 jaar geleden feitelijk werd afgeschaft in het Koninkrijk. Ook Van Huffelen zal het hierover hebben op Curaçao.
In september stond slavernij voor het eerst officieel op de agenda van het Interparlementair Koninkrijksoverleg. Dat is een halfjaarlijks terugkerend overleg tussen parlementariërs van de Caraïben en leden van de Eerste en Tweede Kamer. Achter gesloten deuren hebben zij het onder meer gehad over mogelijke officiële excuses voor dit verleden.
Begin deze maand lekte uit dat het kabinet half december excuses wil aanbieden voor het Nederlandse slavernijverleden. Het kabinet wil dit nog niet officieel bevestigen. Maar minister Frank Weerwind van Rechtsbescherming liet zich een dag later ontvallen dat hij het ‘een groots moment en een mooi moment’ vond.
Als de excuses officieel worden aangeboden wordt tegelijkertijd een bewustwordingsfonds van 200 miljoen euro in het leven geroepen. Daarmee zullen onder meer lespakketten op scholen worden betaald. Ook zal er 27 miljoen worden uitgetrokken voor een slavernijmuseum in Amsterdam.
Het Curaçaose platform slavernij en slavernijerfgoed wil dat 1 juli een nationale herdenkingsdag wordt in Nederland, maar dat de huidige naam Keti Koti-dag verdwijnt en vervangen wordt door ‘Dag van de Emancipatie’.
Het platform wil dat er een koninkrijksbrede benaming wordt gekozen en opteert voor Emancipatiedag, dan wel Emancipation Day en Dia di Emansipashon.
Het platform wil ook dat er in de context van het herdenkingsjaar 2023 consequent wordt gesproken over 160 jaar formele afschaffing van de Nederlandse transatlantische slavernij en niet 150 jaar.
Dit misverstand is ontstaan omdat als resultaat van een effectieve lobby van nazaten van Surinaamse afkomst het narratief is ontstaan dat de Nederlandse slavernijperiode in Suriname pas in 1873 is beëindigd.