Ouders Imani mogen naam alsnog toevoegen op overlijdensakte
Willemstad – Het Gerecht in eerste aanleg heeft het verzoek van de ouders van de levenloos geboren baby Imani toegewezen.
Die wilden dat de voornaam van hun levenloos geboren dochtertje werd toegevoegd aan de opgestelde akte levenloos geboren kind. Zo hoeft ze niet langer als ‘Levenloos T.’ in het register te staan.
“Wij willen dat levenloos geboren kindjes op Curaçao ook worden erkend en dat wij deze kindjes een naam kunnen geven die officieel geregistreerd staat in de administratieve systemen van Kranshi en de overheid van Curaçao”, zo legden de ouders eerder uit.
In Nederland kunnen kinderen die levenloos geboren worden, wel worden opgenomen in de Basisregistratie Personen (BRP). Ouders kunnen hiervoor een verzoek indienen bij de gemeente. Wanneer het kindje geboren werd, maakt niet uit. Voor alle levenloos geboren kinderen is het mogelijk. Het mag bijvoorbeeld ook al 30 jaar geleden zijn.
Maar op Curaçao maakte men bij Kranshi een onderscheid tussen, voor en na 24 weken. De ouders van Imani willen dit niet meer: “Na 24 weken krijgt het levenloos geboren kind wel een officiële naam, maar voor 24 weken niet. De vader kan het kind ook niet eens erkennen.”
Dat is voor de ouders van Imani nu verleden tijd. In het Burgerlijk Wetboek zijn bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de registratie in de registers van de burgerlijke stand. Aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding, die onvolledig is of een misslag bevat kan op verzoek van belanghebbenden worden gelast door de rechter in eerste aanleg.
Erkenning door vader
Het verzoek om de achternaam van de vader toe te voegen is afgewezen. De ouders van Imani waren op het moment van geboorte niet gehuwd en de vader had het (ongeboren) kind niet erkend. Daardoor draagt Imani op grond van artikel 1:5f van het Burgerlijk Wetboek de geslachtsnaam van haar moeder.