Van Huffelen informeert Staten Generaal over afbouw salariskorting eilanden
WILLEMSTAD – Staatsecretaris Van Huffelen heeft ruimte gegeven aan Curaçao om toch de afbouw van de salariskorting te beginnen. De eis om die alleen voor de laagste inkomens uit te voeren is nu omgezet in een verzoek de nadruk te leggen op de laagste inkomens, omdat die groep het hardst wordt geraakt door de prijsstijgingen.
De dekking voor de afbouw moet gevonden worden binnen de eigen begroting van het land. Daarvoor kan geen liquiditeitssteun worden gebruikt. Maar mocht er geen volledige dekking zijn, dan kan volgens de staatssecretaris gekozen worden voor een gedeeltelijke of geleidelijke afbouw van de salariskortingen. Het liefst dus te beginnen bij de laagste inkomens.
De landen wordt ook verzocht de maatregelen in het landspakket met betrekking tot de versobering van arbeidsvoorwaarden voortvarend te implementeren en af te wegen of het aanvaardbaar zou zijn als door afbouw van de 12,5% korting de ambtenarensalarissen zouden uitkomen boven de salarissen van politieke ambtsdragers bij handhaving van de 25 procent salariskorting die voor hen blijft gelden.
Ministers en parlementariërs
De kortingen op de salarissen van politieke ambtsdragers van de landen blijven vooralsnog intact vanuit het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
De sterkste schouders kunnen deze last dragen en hoewel de financiële omvang van die kortingen van deze relatief kleine groep beperkt is, wil Nederland met de instandhouding een signaal afgegeven dat de overheidsfinanciën nog duurzaam op orde moeten worden gebracht.
Begrotingsnormen
Bij uitvoering van de afbouw kunnen de drie landen geen beroep meer doen op de bepaling dat afgeweken mag worden van de begrotingsnormen, tenzij er nieuwe omstandigheden voordoen zoals een nieuwe grote coronagolf waardoor het toerisme weer volledig zou stilvallen.
De landen kunnen hun verzoek tot afbouw formeel aan de rijksministerraad voorleggen, maar de staatsecretaris heeft het mandaat om deze in overleg met de minister van Financiën direct goed te keuren en te behandelen.
Curaçao en Sint Maarten hebben aangegeven (nog) niet te kunnen instemmen met de voorwaarden. Om die reden is de besluitvorming door de rijksministerraad beperkt tot Aruba. Indien Curaçao en Sint Maarten op een later tijdstip zouden instemmen met de voorwaarden, dan kunnen ook zij een verzoek voorleggen.