Strafrechtelijk onderzoek naar vervalste documenten overname Isla
WILLEMSTAD – Het Openbaar Ministerie op Curaçao is een strafrechtelijk onderzoek gestart naar mogelijke vervalsing van financiële documenten in het traject van de Caribbean Petroleum Refinery (CPR).
Het onderzoek is ingegeven door verschillende aangiften die zijn gedaan. Het OM bevestigt dat er inderdaad een strafrechtelijk onderzoek aan de gang is, maar geeft op dit moment geen verdere informatie. De initiële aangifte was van de Centrale Bank CBCS. Vervolgens volgden ook aangiften van de eigenaar van de raffinaderij, RdK bij het OM.
Begin 2023 werd na onthullingen door de media bekend dat er sprake was van vervalsingen in het CPR-traject. Het doel van het strafrechtelijk onderzoek is om te bepalen of er inderdaad sprake is van een misdrijf en wat de omstandigheden rond dit vermeende misdrijf waren. Dit onderzoek wordt geleid door de officier van justitie, die bijzondere opsporingsmiddelen kan aanvragen, zoals huiszoekingen of het afluisteren van telefoongesprekken.
De CPR en de groep die hierachter zit, hebben dreigingen geuit tegen het Land Curaçao en tegen individuen die verantwoordelijk zouden zijn voor het lekken van vertrouwelijke informatie. Het lokale bankwezen toonde begin dit jaar al terughoudendheid om zaken te doen met CPR. De premier van Curaçao, Gilmar Pisas, had lang vertrouwen in de CPR, zelfs na de onthullingen over de vervalsingen.
Een voormalig directielid van de Caribbean Petroleum Refinery, Raul Socorro, en andere betrokkenen kijken met vertrouwen uit naar het strafrechtelijk onderzoek. Ze zijn ervan overtuigd dat het onderzoek hun naam zal zuiveren. Dit meldt de advocaat van CPR, Bertie Braam.
Volgens Braam heeft er eerst een feitenonderzoek plaatsgevonden en heeft het Openbaar Ministerie op basis van de bevindingen van dit onderzoek besloten een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. De advocaat van CPR weet echter niet hoeveel aangiften er zijn gedaan en waarom.
De kern van het onderzoek betreft een brief van 22 september 2022, waarin werd geprobeerd RdK te informeren dat de CPR-groep partners had met een financiële capaciteit van 2,5 miljard Amerikaanse dollars.
De handtekening van een man genaamd Ricardo F, die deze brief ondertekende, is nu onderwerp van onderzoek. Er is gebleken dat de informatie die door Ricardo F. is verstrekt, onjuist was. De kans is groot dat Ricardo F. als een van de hoofdverdachten in het onderzoek zal worden aangemerkt.