Nieuws Curaçao

Einde van het jaar ver van huis

In dit sfeervolle eindejaarsverhaal van Jeff Sybesma wordt een herkenbare realiteit tot leven gebracht: de feestdagen op Curaçao, vol tradities en warmte, maar ook getekend door het gemis van dierbaren die ver weg zijn. Terwijl de dagen korter worden en het eiland zich tooit in kerstverlichting, groeit het contrast tussen de saamhorigheid en de pijn van fysieke afstand.

door Jeff Sybesma

Op Curaçao wordt het einde van het jaar gekenmerkt door een reeks bijzondere tradities en momenten van saamhorigheid. De kerstperiode en de jaarwisseling brengen een scala aan vertrouwde rituelen met zich mee: het bereiden van ayaca’s, noche buena en de kerstvieringen, en het gezamenlijk afsteken van vuurwerk, vaak onder het genot van ham en sult. Toch gaat deze feestelijke tijd vaak gepaard met een opborrelend gevoel van heimwee en het gemis van dierbaren.

Hoewel moderne technologie, zoals videobellen, het contact met geliefden vergemakkelijkt, kan niets de fysieke nabijheid en warmte van familie vervangen. Technologie overbrugt misschien de afstand, maar menselijke gevoelens en behoeften blijven onveranderd. Dit spanningsveld wordt ieder jaar voelbaar, vooral door de diaspora die zoveel families op Curaçao treft. Het verdriet van deze scheiding is onmiskenbaar, maar de realiteit ervan blijft onvermijdelijk en keert elk jaar opnieuw terug.

Het is weer zover: het einde van het jaar nadert. Hoe ik dat weet? Door allerlei signalen: de dagen worden ineens korter, het wordt vroeger donker, en het lijkt wel alsof het meer regent dan normaal – een duidelijk teken dat het regenseizoen rond de feestdagen is begonnen.

Wanneer ik ’s avonds door de straat rijd, zie ik feestverlichting in de bomen in verschillende tuinen. Ook de stad is feestelijk verlicht. De winkels staan vol met kerstspullen en de kledingzaken maken overuren. In de krant las ik dat de salarissen van ambtenaren dit jaar nog eerder worden uitbetaald, zodat iedereen de hoogstnodige inkopen kan doen om het einde van het jaar goed door te komen. Ondertussen proberen we niet te denken aan januari, wanneer we de broekriem weer moeten aanhalen.

Maar wat mij écht in de stemming brengt, is de jaarlijkse bijeenkomst van drie zussen om ayaca’s te maken.[i] Door de jaren heen hebben ze de organisatie hiervan geperfectioneerd. Iedereen weet precies wat er in huis gehaald moet worden en in welke hoeveelheden. Vandaag wordt er keihard gewerkt.

De serre is omgetoverd tot een werkplaats met verschillende stations, vol ingrediënten die uiteindelijk leiden tot het eindproduct: een heerlijke ayaca, met of zonder pika. Overal staan potten en schalen met paprika, uitjes, pruimen, kappertjes en nog veel meer lekkers. Een grote pan gevuld met gekruide kip en de ‘mansa’ – precies zoals wela (oma) dat heeft geleerd. En natuurlijk liggen er bananenbladeren, schoongemaakt en op maat gesneden, klaar om perfecte ayaca’s te maken.

Om de sfeer compleet te maken, zijn de zussen om de beurt in gesprek met hun kinderen en kleinkinderen via videobellen. Deze dagen wordt er meer dan ooit gebeld en gevideochat. Want hoewel studerende kinderen in de zomer nog stoer verklaren dat kerst en de jaarwisseling dit jaar in Nederland gevierd zouden worden – vanwege de hoge ticketprijzen en de korte vakantieperiode met toetsen en tentamens direct na de feestdagen – voelt dat nu toch anders.

Nu het al om vier uur donker wordt, de kou toeslaat, het miezert en iedereen haastig voorbij snelt zonder je echt op te merken, slaat de heimwee genadeloos toe. Het gemis van familie en het eiland wordt bijna ondraaglijk. Het lieve gezicht van oma of mama op het scherm is soms genoeg om in tranen uit te barsten: Ik wil naar huis. Ik mis mijn familie. Ik mis Curaçao. Ondanks alle stoere taal over hoe moderne technologie de afstand overbrugt, barsten de zussen ook samen in huilen uit. Want niets – geen enkele videoverbinding – kan een knuffel, een zachte aai over je wang of een blik in de ogen vervangen.

Het zoetzure besef dat bijna iedereen op Curaçao deze situatie kent, doormaakt of heeft meegemaakt, biedt slechts weinig troost. De innerlijke pijn en het verdriet blijven even scherp. Maar het kan niet anders. Dit is de realiteit.

Ayaka’s

[i] Hallaca of (h)ayaca (Spaanse uitspraak: [aˈʎaka], [aˈʝaka]) is een in bananenblad verpakt gerecht uit Venezuela. Het gerecht wordt traditioneel geserveerd tijdens de kerstperiode en heeft verschillende regionale varianten. Het gerecht geldt als een van de nationale gerechten van Venezuela en is vermoedelijk afkomstig uit het Orinoquia gebied. Door migratie uit Venezuela is het gerecht tevens een traditioneel kerstgerecht op de ABC-eilandenCanarische EilandenPuerto RicoOost-Cuba, Costa RicaSpanje en Ecuador. Er wordt gezegd dat het door de slaven tijdens de koloniale tijd is uitgevonden. De slaven zouden de maaltijd op kerstavond voor de landeigenaren bereiden en met restjes vlees maakten ze de hallaca-vulling voor hun eigen kerstmaaltijd.

Deel dit artikel