Nieuws Curaçao

Ik mag van Curaçao alleen met een man trouwen, maar ben verliefd op een vrouw’

Danika Marquez (r) en Melinda Angel (l)

DEN HAAG – “Ik mag van Curaçao alleen met een man trouwen, maar ik ben verliefd op een vrouw.” Danika Marquez deed deze emotionele uitspraak vandaag aan het eind van een mondelinge cassatiebehandeling bij de Hoge Raad in Den Haag. Ook directe belanghebbenden mochten een getuigenis geven.

De juridische strijd van mensenrechtenorganisaties op Aruba en Curaçao en van koppels van gelijk geslacht op beide eilanden om te mogen trouwen is in een eindfase beland. De Hoge Raad gaat nu beoordelen of de rechters in hoger beroep in Willemstad eind vorig jaar wel juist hebben rechtgesproken.

NOS Correspondent Dick Drayer in gesprek met Dieuwke Teertstra op NPO1-radio

Mensenrechtenorganisaties kritisch

Nederland stelde op 1 april 2001 het burgerlijk huwelijk open voor partners van hetzelfde geslacht. Sinds 10 oktober 2012 geldt dit ook voor de eilanden Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, die samen Caribisch Nederland vormen en direct onder Haags gezag vallen. De drie andere eilanden in het koninkrijk – Sint-Maarten, Aruba en Curaçao – zijn autonoom en gaan in beginsel over hun eigen wetgeving en rechtspraak.

Curaçao en Aruba kennen een bepaling in het burgerlijk wetboek die stelt dat het huwelijk alleen kan worden aangegaan tussen een man en een vrouw. Volgens de mensenrechtenorganisaties is dat in strijd met bepalingen in de staatsregeling, zeg maar de grondwet van de eilanden. Tot tweemaal toe waren de rechters in Willemstad het daarmee eens. Eerst in eerste aanleg en later ook in hoger beroep.

Bovendien stelde het hof in Willemstad dat nieuwe wetgeving niet nodig was: het discriminatieverbod in de grondwet betekent dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van Aruba en Curaçao moet meewerken aan het aangaan van een huwelijk door twee mensen van gelijk geslacht door het opmaken van een akte van huwelijksaangifte en van een huwelijksakte.

- tekst gaat verder onder de advertentie -
Melinda Angel (l) en Danika Marquez op de zitting

Het verzet van politiek en kerk op beide eilanden barstte na dit vonnis weer in alle hevigheid los. Met bijna dezelfde Bijbelse en culturele argumenten als voorheen. Maar godsdienstige overtuigingen mogen van de rechters geen rol meer spelen. De vrijheid van godsdienst gaat in een democratische rechtsstaat namelijk niet zo ver dat men de eigen godsdienstige normen en waarden kan opleggen aan een ander, aldus het hof.

Politici en kerkleiders op de eilanden wierpen tegen dat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens ook gezegd had dat het homohuwelijk niet per se hoeft en dat dat geen discriminatie opleverde. Maar in dezelfde uitspraak had het Europese Hof ook geoordeeld dat als landen het huwelijk voor partners van hetzelfde geslacht niet openstellen, zij verplicht zijn om een alternatief te bieden, zoals een wettelijk verankerd geregistreerd partnerschap.

‘Hof op de stoel van de wetgever’

Aruba ging daarmee aan de slag en kent nu een partnerschapsregeling, al geeft die niet dezelfde rechten als het huwelijk. Tijdens de behandeling vandaag werd duidelijk dat Aruba minder bezwaar heeft dan Curaçao als het gaat om het openstellen van het huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht. Het is de weg ernaartoe waar de pijn zit.

Beide landen vinden dat het hof in hoger beroep op de stoel is gaan zitten van de wetgever door te bepalen dat een wetswijziging niet nodig is om een ambtenaar van de burgerlijke stand te dwingen mee te werken aan het aangaan van een huwelijk door twee personen van gelijk geslacht. Het is deze rechtsopvatting waar de Hoge Raad een antwoord op moet geven.

Op 19 januari komt het schriftelijke advies van de advocaat-generaal van de Hoge Raad en wordt min of meer duidelijk welk pad de Hoge Raad in deze zaak bewandelt. Eind februari, begin maart volgt de uitspraak.

Bol AlgemeenBol Algemeen

Deel dit artikel