WILLEMSTAD – In haar kerstboodschap refereert de gouverneur van Curaçao regelmatig naar haar droom van een veerkrachtig Curaçao. Een samenleving die de uitdagingen waar het eiland voor staat kan overwinnen.

“Mijn droom voor Curaçao, die ik met zovelen van u deel, kan uitkomen als een ieder van ons daar vanuit de eigen verantwoordelijkheid en het eigen vermogen aan bijdraagt. Als uw Gouverneur zie ik zo veel voorbeelden van de bereidheid van mensen  -jong en oud- om mee te bouwen aan die veerkrachtige samenleving waar ik van droom.”

Die veerkracht zag de gouverneur in de tentoonstelling van Kòrsou – Curaçao Stemmen van toen, mensen van nu, in het Nationaal Archief te Den Haag. Ze werd geraakt als trotse Caribische Nederlandse door de inkijk die in het overzeese deel van het Koninkrijk geboden werd in het dagelijks leven van Curaçaoënaars, toen en nu. “De veerkracht van Curaçaoënaars loopt als een rode lijn door de tentoonstelling. Wat zijn we van ver gekomen…en wat een lange weg hebben we nog af te leggen.”

Volgens de gouverneur moeten Curaçaoënaars de schouders eronder zetten en op zoek gaan naar mogelijkheden voor samenwerking, binnen de overheid, binnen het bedrijfsleven, binnen de gezondheidszorg, binnen het onderwijs en ook binnen het Koninkrijk.

“Onze veerkracht zal ons daarbij van dienst zijn. Zelfs met de wetenschap dat we het over een onderwerp niet eens zullen worden, moeten we toch blijven zoeken naar wat we wel met elkaar delen. Het gaat immers niet slechts om samenwerken maar om samenleven”, aldus Lucille Wout.

Zij droomt van een samenleving die de uitdagingen waar het eiland voor gesteld zien, kan overwinnen. Dat lukt niet als Curaçaoënaars elkaar wantrouwen en als zij verdeeld zijn. “Laten we het vertrouwen van de ander waardig zijn door zelf verantwoordelijke daden te stellen; en onverdeeld als volk, als land en als Koninkrijk de uitdagingen waar we voor staan tegemoet treden.”

De gouverneur herinnert het volk eraan dat het Koninkrijk het komende jaar herdenkt dat 160 jaar geleden de slavernij ten einde kwam. “Op 19 december heeft Minister-president Mark Rutte -in datzelfde Nationaal Archief te Den Haag- excuses aangeboden voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden.”

Met de treffende woorden, wat de gouverneur betreft: “We doen dit, en we doen dit nu, om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar, samen de weg vooruit te vinden. We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt.”

De gouverneur ziet signalen in de Curaçaose samenleving, dat er bereidheid is om dat gesprek aan te gaan. “Wat gezegd moet worden, moet gezegd. Wat gedaan moet worden, moet gedaan. Mijn droom voor Curaçao, die ik met zovelen van u deel, kan uitkomen als een ieder van ons daar vanuit de eigen verantwoordelijkheid en het eigen vermogen aan bijdraagt.”

De kracht van Curaçao zit volgens de gouverneur niet alleen in haar veerkracht maar ook in haar hartelijkheid en gemeenschapszin. “Als uw Gouverneur zie ik zo veel voorbeelden van de bereidheid van mensen  -jong en oud- om mee te bouwen aan die veerkrachtige samenleving waar ik van droom.”

Vol goede hoop en overtuiging spreekt de gouverneur -mede namens haar man Herman-  haar kerstwens voor iedere inwoner van Curaçao. “Er kan iets moois ontstaan als we onze beste krachten bundelen. Een voorspoedige toekomst ligt in het verschiet, mits we het geloof in onszelf en in elkaar vasthouden. Waar u zich ook bevindt en hoe uw persoonlijke omstandigheden ook zijn, ik wens u een zalig en gezegend kerstfeest”, besluit de gouverneur.

• Lees hier de integrale tekst van de kerstboodschap