WILLEMSTAD – Op Curaçao neemt de kritiek op het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling, het COHO, met de week toe. Dat schrijft Caribisch Netwerk. Zowel in het parlement als daarbuiten wordt het plan meer en meer gezien als een Nederlandse uitvinding die weinig goeds voor de Curaçaoënaar brengt.

Het Coho, een overheidsorganisatie, moet gaan toezien of de plannen uitgevoerd worden. Voorstanders benadrukken juist de positieve invloed van het plan voor de bevolking.

Verkiezingen
Vakbonden adviseren zelfs om bij de verkiezingen niet op een partij te stemmen die voor het Coho is. De gewone man wordt volgens de bonden niet geholpen met het Nederlandse initiatief.

Vakbonden riepen de bevolking op om te gaan protesteren op de Dag van de Arbeid. Maar er kwamen niet veel mensen, een grote demonstratie bleef uit.

In een vergadering van het parlement van Curaçao op 26 april werd een motie aangenomen met steun van alle partijen – dus ook PAR en MAN, die het COHO-akkoord ondertekenden met Nederland – waarin de regering wordt gevraagd duidelijkheid van Nederland te eisen over het financiële ‘commitment van Nederland’ en over de macht van de minister van Binnenlandse Zaken.

De partijen willen weten in hoeverre de Nederlandse minister ‘aanwijzingsbevoegdheid’ krijgt op hun eiland. Ook wil de Curaçaose volksvertegenwoordiging zwart op wit de garantie dat elk land van het Koninkrijk is vertegenwoordigd in het bestuur van het Coho.

IPKO
Het is de vraag of een antwoord op die vragen op tijd komt. Vandaag begint het Interparlementair Overleg tussen de vier parlementen in het Koninkrijk. Samen met een delegatie van Arubaanse, Sint-Maartense en Nederlandse parlementsleden praten de Staten van Curaçao onder meer over het Coho en de politieke relaties binnen het Koninkrijk. Vrijdag, aan het einde van de dag, volgt een persconferentie. Daaruit zal blijken hoe ver of dichtbij een akkoord ligt.