Nederland en VS ‘vieren’ 30 jaar drugsbestrijding
WILLEMSTAD – De Koninklijke Marine stond maandag samen met Amerikaanse collega’s stil bij 3 decennia gezamenlijke drugsbestrijding in het Caribisch gebied. In het zonovergoten Key West kwamen tientallen betrokkenen bijeen. “We celebrate a great partnership”, zo klonk het tijdens de bijeenkomst aan boord van Zr.Ms. Groningen.
Ruim 7.000 kilometer van Den Helder, tussen de palmbomen, wappert ook een Nederlandse vlag. Dat de viering van dit jubileum in het meest zuidelijke puntje van de Amerikaanse staat Florida plaatsvindt, is geen toeval. Daar bevindt zich namelijk het hoofdkwartier van de Joint Inter Agency Task force South (JIATF-S). Een unieke organisatie, waarin 20 landen en 13 organisaties, zoals ook de FBI en DEA samen strijden tegen druggerelateerde criminaliteit. Ook in het Caribisch Gebied.
Internationaal probleem
De Koninklijke Marine speelt een belangrijke rol in die door de VS geleide task force. Al 30 jaar vormt Nederland de zogenoemde Task Group 4.4 en levert ons land eenheden aan de anti-drugsoperatie. Als Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied (C-ZMCARIB) leidt commandeur Walter Hansen de taakgroep. Hij vergelijkt de intensieve samenwerking met de VS met een huwelijk. “Als dat goed is, blijf je bij elkaar. En daar is dit jubileum een belangrijke mijlpaal in.”
De landen kunnen ook niet zonder elkaar. “Omdat de doorvoer van drugs zo’n complex probleem is, moet je het internationaal aanpakken”, zegt Hansen. Door gezamenlijk in het Caribisch gebied te opereren, zit je bovendien dichtbij de bron van de verdovende middelen. “Dat maakt het onderscheppen van drugs enigszins makkelijker en de partijen die we onderscheppen zijn daardoor ook groter.”
Verdachte bewegingen
De temperatuur op deze bijzondere dag is inmiddels opgelopen tot bijna 30 graden Celsius. Een gezelschap van zo’n 20 personen krijgt, voorafgaand aan de receptie, in het hoofdkwartier van JIATF-S uitleg over de War on Drugs. Simpel gezegd speuren de collega’s binnen JIATF-S naar verdachte bewegingen van niet-commerciële vaartuigen in het gebied. Vaak gaat het om zogenoemde go-fasts, snelle motorboten die vooral cocaïne en marihuana smokkelen.
Onder meer de Koninklijke Marine gaat vervolgens met die informatie aan de slag. Ondersteund door maritieme patrouillevliegtuigen (zoals de Dash 8 van de Kustwacht Caribisch Nederland), helikopters en snelle FRISC’s, surveilleert het stationsschip in het gebied op bekende smokkelroutes. Én gaat de bemanning op specifieke meldingen af. Concreet zijn dat er zo’n 3.000 per jaar, wat dus betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. In het uiterste geval stopt de marine de razendsnelle smokkelbootjes door op de motoren te schieten. “Het is een serieus kat-en-muisspel”, aldus Hansen.
Luitenant ter zee 1 Ferry Vink behartigt als foreign liaison officer bij JIATF-S de Nederlandse belangen in de organisatie. “We willen onze schepen zo efficiënt mogelijk inzetten”, zegt hij daarover. Capaciteit is immers beperkt. Op die Nederlandse marineschepen in het gebied zijn bovendien Amerikaanse law enforcement-teams van de US Coast Guard actief. Hun aanwezigheid geeft bevoegdheden voor Amerikaanse rechtsvervolging.
Destabilisatie in regio
Volgens de Amerikaanse admiraal Mark Fedor, directeur van het Coördinatie- en Informatiecentrum JIATF-S, vormen de criminele activiteiten een bedreiging voor de waarden die de Nederlanders en de Amerikanen delen. “Uiteindelijk zorgt de destabilisatie er ook voor dat landen als Rusland en China hun invloed in de regio kunnen vergroten. Bijvoorbeeld door er economische investeringen te doen. Het gaat daarmee niet alleen om drugsbestrijding, maar ook om het behoud van democratie.”
Op elkaar ingespeeld
Ook in het hoofdkwartier van JIATF-S, waar de groep aandachtig naar de presentaties luistert, wijst veel op de internationale aanpak van het probleem. Zo hangen aan de muren plakkaten van de verschillende deelnemende landen en kaarten van de regio’s waarin de task force opereert.
Majoor David Austin werkt veel samen met Nederlandse collega’s, die hij ‘tremendous partners’ noemt. Hij leidt het Partner Nation Coordination Centre van JIATF-S, waarbinnen landen onderling inlichtingen delen. Of het werken met Nederlanders anders is dan met bijvoorbeeld Amerikanen? “We all like to drink beer”, grapt hij. “We zijn volledig op elkaar ingespeeld.”
300.000 kilo
De landen binnen JIATF-S halen jaarlijks zo’n 300.000 kilo aan verdovende middelen van het water. Nederland was in recordjaar 2022 goed voor 35.000 kilo. Ondanks het grote aantal kilo’s dat door de internationale inspanningen van de markt blijft, benadrukt commandeur Hansen dat het slechts 1 van de vele stapjes is in de drugsbestrijding. “Wij houden ons bezig met de maritieme aanpak, dichtbij de bron. Met de beperkte middelen die we hebben, zijn we daar wel vrij succesvol in.”
C-ZMCARIB ziet een aantal belangrijke ontwikkelingen op het gebied van drugsdoorvoer in het Caribisch gebied. Doordat de vraag blijft bestaan, neemt de productie ‘eerder toe dan af.’ Ook de ladingen worden groter, vertelt Hansen. “Bovendien krijgen we in het gebied meldingen van semi submersible vessels: boten die bijna volledig onder water varen. Die zijn moelijker te detecteren en daarmee te pakken. De tegenstander past zich heel goed aan.”
Maar ook de Nederlandse marine en haar partners zitten niet stil, benadrukt hij. Zo verbeterde de inlichtingenpositie en beschikken de schepen nu over meer capaciteiten. “Bijvoorbeeld qua sensoren, waarmee we de kleine bootjes kunnen detecteren.” Ook volgen er bijvoorbeeld experimenten met niet-dodelijke wapens die patronen met pepperspray afschieten. Bij intercepties gaan verdachten namelijk vaak over de boordmotoren hangen, om te voorkomen dat die beschoten worden. Deze pepperspraykogels moet ze daarvan weerhouden.”
In het enorme gebied zijn helaas weinig onderscheppingseenheden, geeft Hansen aan. En hoewel het merendeel van de bewegingen over zee gaat, verplaatst zich volgens de schattingen zo’n 10 tot 20 procent door de lucht. “Daar hebben we op dit moment geen zicht op. Het zou daarom mooi zijn als je een radarsysteem voor vliegtuigen hebt, waarmee je die verdachte bewegingen kan detecteren.”
Amerikaans onderscheppingsteam
Tijdens de receptie, later die dag, spreekt admiraal Fedor de aanwezigen toe. “Het is een eer om dit jubileum te vieren.” Iets waar Hansen zich volledig bij aansluit. “De samenwerking is al zo vanzelfsprekend dat op Zr.Ms. Groningen een Amerikaans onderscheppingsteam plus helikopter aan boord ‘stapt’. Het gaat vanzelf.”
In de haven van Key West verdwijnt de zon inmiddels achter de horizon. Ook de jubileumdag nadert daarmee zijn einde. En hoe belangrijk de samenwerking is, bleek uren eerder nog maar eens, toen commandeur Hansen een bericht op zijn telefoon kreeg: “Weer een go fast onderschept bij Aruba. Details volgen.”
Keuzes maken
Met Zr.Ms. Groningen heeft Nederland sinds een half jaar weer een stationsschip in de Caribische wateren. De bemanning van het OceanGoing Patrol Vessel gaat zich de komende 5 maanden bezighouden met onder meer drugsbestrijding in het gebied. “Het stationsschip is in dit deel van het Koninkrijk hét symbool voor de aanwezigheid van Defensie”, zegt Hansen, die blij is met de terugkeer ervan. “Dat er de afgelopen tijd geen stationsschip was, had te maken met andere prioriteiten die gesteld werden. “Soms moet je keuzes maken in de beperkte middelen die je hebt nu de wereld in brand staat.”
Ontwrichtende gevolgen
Counterdrugs-operaties vallen onder de tweede hoofdtaak van Defensie in het Caribisch deel van het Koninkrijk: zorgen voor stabiliteit in de regio en deze handhaven. De doorvoer van drugs heeft immers ontwrichtende gevolgen op de omgeving. Bovendien gaat het merendeel van de verdovende middelen naar de VS en Europa, waaronder Nederland. “Daar zitten de afnemers”, zegt Hansen. “Het is daarmee een probleem van ons allemaal.”
- Dit artikel is gepubliceerd in de laatste online versie van Alle Hens, blad van de Defensie – april 2024