Curaçao

Raad van State ziet niets in opzet geschillenregeling

De Raad van State vindt zijn nieuwe rol in de Geschillenregeling zeer ongewenst. Het amendement van de rijkswet dat nu bij de Eerste Kamer ligt, moet wat de Raad betreft van tafel.

Dat valt op te maken uit de officiële reactie van de vice-president van de Raad van State, mr. Thom de Graaf.

De rijkswet Geschillenregeling voorziet in een onafhankelijke voorziening die juridische geschillen over het Statuut moet beoordelen. De uitkomst daarvan is niet bindend voor de Rijksministerraad, maar slechts een advies, waarvan alleen op zwaarwegende gronden mag worden afgeweken.

Samenstelling

In een amendement op het wetsvoorstel heeft de Tweede Kamer gekozen voor een nieuw in te stellen Afdeling Koninkrijksgeschillen, waarin Nederland en de drie landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten plaatsnemen.

Die opzet is volgens de Raad verder niet gemotiveerd en wijkt af van de al bestaande geschillenprocedures binnen de Raad van State.

- tekst gaat verder onder de advertentie -

De wijze waarop de nieuwe afdeling wordt samengesteld brengt volgens de Raad mee dat een geschil zich van de Rijksministerraad verplaatst naar de afdeling Koninkrijksgeschillen.

Gezag

Leden van de afzonderlijke landen komen in een lastige positie want zij zijn weliswaar onafhankelijk, maar ook benoemd door hun eigen land. Wat meebrengt dat zij toch rekening moeten houden met de door hun land ingebrachte argumenten in een geschil.

Daarmee komt de onafhankelijke positie van de Raad van State in het geding en daarmee ook zijn gezag.

Deel dit artikel