Rekenkamer: Onzekerheden en onrechtmatigheden bij de Landsloterij
WILLEMSTAD – De Rekenkamer heeft onzekerheden aangetroffen in de jaarrekening 2018 van de Landsloterij vanwege de afboeking van openstaande schulden zonder duidelijkheid over de correcte toepassing van het verjaringsprincipe.
Het rapport onthult ook financiële onrechtmatigheden, zoals het ontbreken van door de Staten goedgekeurde begrotingen sinds 2007, niet-geformaliseerde aanpassingen aan inlegbedragen en onvoldoende duidelijkheid over de afdracht van overtollige kasmiddelen naar de Centrale Bank van Curaçao en Sint-Maarten.
De Landsloterij kon niet aantonen dat voor alle financiële transacties interne regelingen met voorschriften waren vastgelegd, waardoor toetsing binnen vastgestelde kaders bemoeilijkt werd, aldus ARC.
Er is ook sprake van onvoldoende zekerheidstelling van het waarborgfonds. Het bestaande wettelijke kader biedt niet voldoende zekerheid voor prijzen en premies van bijzondere trekkingen.
Hoewel de financiële positie in 2018 verbeterde door een eenmalige afboeking, ontbreekt een concreet plan om de organisatie winstgevend te maken, wat het risico op toekomstige negatieve resultaten met zich meebrengt.
Het ontbreken van gecontroleerde jaarrekeningen voor de jaren 2019 tot en met 2022 maakt het ook onmogelijk voor de Rekenkamer om te bevestigen dat de organisatie inderdaad de goede richting opgaat.
Het ontbreken van een uitvoeringsplan met concrete financiële resultaten als gevolg van te nemen acties biedt evenmin garanties voor een structurele verbetering.
Dit geldt ook voor verouderde wetgeving. Daarom dringt de ARC aan op de invoering van de Landsverordening kansspelen LOK, die ook van toepassing is op de Landsloterij.
Aanbevelingen
De ARC beveelt de Staten onder andere aan om opheldering te vragen waarom openstaande schulden, zoals de zegelbelasting en vergunningsrechten ter waarde van 18,3 miljoen gulden, niet zijn geïnd, terwijl het ministerie op de hoogte moet zijn geweest van deze schulden.
Dit is met name belangrijk, omdat een directeur van het ministerie ambtshalve lid is van de Raad van Toezicht & Advies. Andere vragen zijn waarom het ministerie geen stappen heeft ondernomen om de verschuldigde omzetbelasting van de Landsloterij vanaf 2010 te vorderen, en waarom er wordt aangedrongen op de wettelijke formalisering van de verlaging van het inleggeld met 75 cent.
Tevens beveelt de Rekenkamer de Staten aan de nodige actie te ondernemen om de Landsloterijverordening te actualiseren, zodat een voorstel met de nodige aanpassingen bij de Staten kan worden ingediend.