Luchtvaart & Reizen

Spanning tussen Curaçao en Sint-Maarten over vliegvergunningen

Na het faillisement van Jetair heeft Winair voorlopig het alleenrecht op vluchten tussen Curaçao en Sint-Maarten. Foto: BES-Reporter

WILLEMSTAD- Er is spanning en daarnaast de nodige irritatie ontstaan over de afgifte van vliegvergunningen tussen Curaçao en Sint-Maarten.

Het vanaf Sint-Maarten opererende Winair vroeg, na het faillissement van Jetair, een vergunning om structureel vier extra vluchten per week uit te mogen voeren. De Curaçao Civil Aviation Authorities (CCAA) verstrekte, in afwijking op dat verzoek, echter maar voor een periode van voorlopig twee weken de autorisatie om de extra vluchten uit te mogen voeren.

De stugge opstelling van CCAA leidt tot verbazing bij Winair, die meent op grond van het multilaterale luchtvaartprotocol tussen de eilanden en Nederland (Multilateral Protocol on the Liberalization of Air Transport within the Kingdom of the Netherlands), die vluchten zonder meer te mogen voeren.

De zaak ligt echter gecompliceerder dan op het eerste gezicht lijkt, omdat de Sint Maarten Civil Aviation Authority (SMCAA) al bijna een jaar draalt met het afgeven van een soortgelijke vergunning voor het vanaf Curaçao en Bonaire opererende Z-Air. Hierbij beroept SMCAA zich op het feit dat Z-Air de route tussen Curaçao en Sint-Maarten zou bedienen met vliegtuigen die de Amerikaanse N-registratie dragen. SMCAA eist daarop van Z-Air, dan wel van CCAA dat deze een schriftelijke verklaring overlegt van de Amerikaanse Federal Aviation Authority (FAA), dat deze de operationele controle overdraagt, dan wel overlaat aan de CCAA.

Brief

Volgens CCAA directeur Peter Steinmetz is het inderdaad gebruikelijk dat, bij registratie in andere landen, het land van registratie schriftelijk aangeeft de operationele controle op de betreffende vliegtuigen over te laten aan het land van waaruit de betreffende maatschappij opereert. “Alleen doet de Verenigde Staten dit met geen enkel land, dus ook niet met Curaçao”, legt Steinmetz uit in gesprek met ABC Online Media. De FAA wijst er in correspondentie over de zaak wel op dat Z-Air een luchtvaartmaatschappij is met een Air Operator Certificate (AOC) van Curaçao en dat dat zij er van uitgaat dat de operatie -wat haar betreft- daarmee ook onder toezicht staat van CCAA.

Pre-zomer 2024Pre-zomer 2024

Steinmetz ziet dan ook geen reden voor Sint-Maarten om, door het ontbreken van een dergelijke overeenkomst met de Verenigde Staten, de benodigde vergunningen aan Z-Air te weigeren.

Pikant in het verhaal is dat het multilaterale protocol tussen de eilanden en Nederland, juist spreekt over “vliegmaatschappijen uit elkaars gebieden met minimale procedurele vertraging (minimum procedural delay) toestemming te verlenen” tot vluchtuitvoering tussen de eilanden onderling en ook derde bestemmingen daarbuiten. De vraag is hierbij of de handelswijze van de SMCAA niet haaks staat op onder meer deze bepaling in het protocol en of de ‘eisen’ van de SMCAA als redelijk mogen worden gezien, wetende dat de Verenigde Staten met geen enkel land ter wereld dergelijk overeenkomsten sluit, dus ook niet met Curaçao.

Protectionisme

Verschillende partijen waarmee ABC Online Media sprak zien in de handelswijze van SMCAA een nauwelijks verholen poging om het ‘eigen’ Winair zo veel mogelijk bescherming te bieden. Immers, het Land Sint-Maarten is voor 93% aandeelhouder van Winair en heeft er belang bij dat Winair beschermd wordt, dan wel dat er sprake is van een voor Winair zo gunstig mogelijke concurrentiepositie. Een stellingname waarin SMCAA zich -uiteraard- niet kan vinden.

Saillant is verder dat bijvoorbeeld Aruba en Colombia geen enkel bezwaar zien in de door Z-Air gebezigde handelswijze met in de Verenigde Staten geregistreerde toestellen en aan die maatschappij, zonder verdere vereisten of voorwaarden, wél het zogenaamde Foreign Air Operators Certificate hebben afgegeven.

N-Registratie

Overigens is het niet ongebruikelijk dat luchtvaartmaatschappijen vliegen met vliegtuigen die geregistreerd staan in een ander land, waaronder in de Verenigde Staten, maar in veel gevallen ook Aruba met haar P4 registratie. Zo opereert het Colombiaanse Avianca met vliegtuigen die in zo’n 80% van de gevallen in de Verenigde Staten zijn geregistreerd en daarmee, net als bij Z-Air, de N-registratie dragen.

Z-Air directeur René Winkel kan ook maar weinig begrip opbrengen voor de handelswijze van Sint Maarten. “In de praktijk betekent dit dat wij niet alleen moeten voldoen aan het toezicht en de vereisten van CCAA die toezicht houdt op ons, maar dat wij onze vliegtuigen moeten onderhouden conform door de FAA gestelde eisen voor vliegtuigen die de N-registratie hebben. Ik zie het als een extra zekerheid dat onze vliegtuigen in een optimale staat verkeren. Maar SMCAA lijkt dat anders te zien”.

Rechter

Inmiddels heeft afgelopen week een Kort Geding gediend op Sint-Maarten waarmee Z-Air de SMCAA alsnog wil dwingen de gevraagde vergunning alsnog op korte termijn af te geven. De uitspraak op dat Kort Geding wordt binnen een periode van ongeveer 2 weken verwacht.

Deel dit artikel