Suzy Camelia-Römer: poging tot verantwoording of verdediging?
WILLEMSTAD – Tijdens de verhoren van de parlementaire enquête over het Hospitaal Nobo Otrobanda (HNO) heeft Suzy Camelia-Römer, voormalig minister van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) in 2017, gisteren een reeks verklaringen afgelegd die de aandacht trekken. Met een mengeling van vastberadenheid en verontwaardiging beschreef zij de uitdagingen die zij aantrof bij het overnemen van het ziekenhuisproject. Maar kritische toehoorders zouden kunnen beweren dat haar verhaal, net als die van vele andere bestuurders die voor de enquêtecommissie verschenen, een poging lijkt om haar eigen straatje schoon te vegen.
Redactioneel commentaar | Dick Drayer
“Niemand heeft ooit zo’n rotzooi geërfd als ik,” stelde Camelia-Römer, terwijl ze met de vinger wees naar de organisatorische chaos die zij aantrof. Hoewel het erkennen van problemen binnen een project een teken van transparantie kan zijn, roept het tegelijkertijd vragen op over de neiging van bestuurders om zichzelf van elke schuld te ontslaan. Door Sona en de Nederlandse overheid de schuld te geven van verschillende problemen, inclusief het falen van toezicht en pogingen om het project te stagneren, positioneert Camelia-Römer zich als de vastberaden held die met de koloniale kaart in de hand, tegen alle odds vocht voor de voltooiing van het ziekenhuis.
De voormalige minister onderstreepte haar inzet door te verklaren dat ze het project “koste wat kost” wilde doorzetten, ondanks de vastgestelde obstakels. Dit roept echter de vraag op in hoeverre deze onwrikbare houding heeft bijgedragen aan een gebrek aan bereidheid om kritisch naar alternatieve oplossingen of de haalbaarheid van het project te kijken.
Het idee dat “als er fouten zijn gemaakt met mijn beslissingen, dan is het maar zo en neem ik mijn verantwoordelijkheid,” suggereert op het eerste gezicht een bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen. Maar deze verklaring wordt minder krachtig als blijkt dat zij geen eigen fouten weet te benoemen. Indekken tegen conclusies die nog moeten komen?
Critici zouden kunnen aanvoeren dat Camelia-Römer’s getuigenis, hoewel ze belangrijke problemen aan de kaak stelt, uiteindelijk neerkomt op een tactiek die veel voorkomt bij politieke figuren die geconfronteerd worden met onderzoek: de nadruk leggen op hun inzet en goede intenties, terwijl de verantwoordelijkheid voor mislukkingen op anderen wordt geschoven. Een beetje de teneur van hen zijn gehoord door de commissie en wellicht een voorspelling over hen die nog moeten komen.
Goede dossier kennis van de commissie door concreet in te gaan op besluitvorming van bestuurders, is nog niet aan de orde geweest. De straat kon nog nooit zo makkelijk worden schoongeveegd.