Troonrede benoemt slavernijverleden
DEN HAAG – Koning Willem Alexander heeft in de Troonrede op Prinsjesdag een speciale passage gewijd aan het slavernijverleden. Een open blik is volgens de tekst in de Troonrede nodig om de minder mooie bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis onder ogen te komen.
“Niet om met opvattingen van nu te oordelen over onze voorouders, wel met oog en gevoel voor wat onze geschiedenis betekent voor verschillende groepen en culturen die deel uitmaken van onze samenleving. Dat geldt nadrukkelijk voor het hele Koninkrijk en voor alle landen waarmee wij vanwege de geschiedenis een speciale band hebben.”
De passage over het slavernijverleden heeft te maken met de herdenking van 150 jaar afschaffing van de slavernij in 2023.
Door het gesprek over het verleden te voeren, wil de regering bijdragen aan noodzakelijke erkenning en de verbinding tussen mensen. “Hoe moeilijk en emotioneel dat gesprek soms ook is, onze blik op het verleden kan niet statisch zijn”, zei de Koning.
Caribische eilanden
Eerder in de troonrede was er kort aandacht voor de Caribische eilanden.
Daarin zegt de koning dat begin dit jaar het Nederlandse kabinet startte met een ambitieuze toekomstagenda voor 2030 en daarna – in de overtuiging dat volgende generaties een goed leven moeten kunnen leiden in een schoon en veilig land met kansen voor iedereen.
Dat perspectief moet er volgens de Troonrede zijn voor mensen van elke geloofsovertuiging, geaardheid, leeftijd, herkomst, opleiding of beroep. Voor inwoners van stad én platteland. Hier én in Caribisch Nederland, in samenwerking met Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Het kabinet heeft een pakket aan maatregelen genomen om burgers van Nederland tegemoet te komen in hun portemonnee. Uiteraard, zo las de Koning, steunt het kabinet de inwoners van Caribisch Nederland op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die ook te maken hebben met stijgende prijzen.